ECLI:NL:PHR:2011:BQ3216

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
14 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/02933
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
  • Mr. Silvis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot zware mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht

In deze zaak gaat het om de veroordeling van de verdachte voor poging tot zware mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De verdachte heeft op 29 juni 2008 in Tegelen het slachtoffer bij de keel gegrepen en deze enkele seconden vastgehouden. Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis. De verdediging heeft vrijspraak bepleit, stellende dat de verdachte slechts één hand kon gebruiken en geen opzet had om zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Het hof heeft echter geoordeeld dat het dichtknijpen van de keel, ongeacht met één of twee handen, een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel met zich meebrengt, gezien de kwetsbare en vitale delen van de hals.

De Hoge Raad heeft de zaak in cassatie behandeld, waarbij de verdediging aanvoerde dat de bewezenverklaring van de poging tot zware mishandeling niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan volgen en dat de motivering van het hof onbegrijpelijk is. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van het slachtoffer en de observaties van de verbalisant, voldoende zijn om de bewezenverklaring te onderbouwen. De Hoge Raad concludeert dat het hof niet onbegrijpelijk heeft geoordeeld dat de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij vitale delen in de hals zou beschadigen, wat zou kunnen leiden tot zwaar lichamelijk letsel.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de conclusie getrokken dat de bestreden uitspraak vernietigd moet worden en dat de zaak moet worden terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor een nieuwe beoordeling van het hoger beroep.

Conclusie

Nr. 09/02933
Mr. Silvis
Zitting 12 april 2011
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1. Verdachte is bij arrest van 10 juli 2009 door het gerechtshof te 's-Hertogenbosch wegens 1. "Poging tot zware mishandeling" en 2. "Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht" veroordeeld tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis.
2. Namens verdachte heeft mr. A.C.J. Lina, advocaat te Venlo, een middel van cassatie voorgesteld.
3. Het middel klaagt dat de onder 1 bewezenverklaarde poging tot zware mishandeling niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan volgen en dat 's hofs motivering dienaangaande onbegrijpelijk is.
4. Het hof heeft onder 1 ten laste van verdachte bewezenverklaard dat:
"hij op 29 juni 2008 te Tegelen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet de keel van genoemde [slachtoffer] heeft dicht geknepen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;"
5. Het hof heeft deze bewezenverklaring in zijn arrest als volgt gemotiveerd (incl. noten):
"Bewijsmotivering1
Vaststaande feiten
Op 29 juni 2008 is in de woning van [slachtoffer] te Tegelen tussen verdachte en [slachtoffer] ruzie ontstaan, waarbij verdachte op enig moment [slachtoffer] bij de keel heeft gegrepen. Nadat verdachte [slachtoffer] meerdere seconden bij de keel had vastgehouden, liet hij los.2 3 4
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
A.
Ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde is door de verdediging vrijspraak bepleit. Daartoe is aangevoerd dat verdachte slechts één hand kon gebruiken bij het dichtknijpen van de keel van [slachtoffer] en dat het niet mogelijk is om iemand op die manier zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Voorts is aangevoerd dat verdachte handelde uit frustratie en niet de opzet heeft gehad om [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.
Het hof overweegt dat het gedurende meerdere seconden dichtknijpen van iemands keel - daargelaten of dit nu met één hand of met twee handen gebeurt - in zijn algemeenheid een aanmerkelijke kans met zich meebrengt dat ten gevolge daarvan zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht. Immers op die plaats bevinden zich kwetsbare en vitale weke delen van de hals. Door zo te handelen heeft verdachte willens en wetens deze aanmerkelijke kans aanvaard dat deze vitale delen beschadigd zouden worden waardoor zwaar lichamelijk letsel het gevolg had kunnen zijn. Deze omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, constitueren naar het oordeel van het hof het opzet van verdachte op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Daaraan doet niet af dat verdachtes handelen kennelijk werd ingegeven door zijn frustraties.
Het hof is derhalve van oordeel dat het dichtknijpen van de keel van [slachtoffer] door verdachte zoals daarvan blijkt uit de gebezigde bewijsmiddelen de poging tot zware mishandeling oplevert als hierna bewezenverklaard.
Mitsdien wordt het verweer van de raadsvrouw verworpen.
Noten
1 Voor zover hieronder niet anders vermeld, zijn de in de hierna volgende voetnoten vermelde dossierpagina's afkomstig uit het ambtsedig proces-verbaal van de Regiopolitie Limburg-Noord, district Venlo, basiseenheid Tegelen, dossiernummer PL2321/08-004019, met doorgenummerde dossierpagina's 1 - 39.
2 Het ambtsedig proces-verbaal van aanhouding van 29 juni 2009, dossierpagina's 19 - 21.
3 Het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van 29 juni 2009, dossierpagina's 33 - 34.
4 Het ambtsedig proces-verbaal van 29 juni 2009, inhoudende de verklaring van verdachte, dossierpagina's 26 - 30."
6. Uit de door het hof gebezigde bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van verdachte, kan volgen dat verdachte het slachtoffer bij de keel heeft gepakt, dat hij haar keel vervolgens een paar seconden heeft dichtgeknepen (dossierpagina's 20, 28 en 33), en dat het slachtoffer daardoor geen adem meer kreeg (dossierpagina 20 en 33). Voorts kan volgen uit de bewijsmiddelen dat de verbalisant die met het slachtoffer sprak zag dat haar huid rondom haar adamsappel blauwe drukplekken had, en dat het slachtoffer voordeed hoe verdachte haar keel rond de adamsappel had dichtgeknepen (dossierpagina 20).
7. In aanmerking genomen dat uit de bewijsmiddelen kan volgen dat verdachte de keel van het slachtoffer bij haar adamsappel heeft dichtgeknepen en dat verdachte daardoor gedurende een paar seconden geen adem meer kreeg, is 's hofs oordeel dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij met zijn actie vitale delen in de hals zou beschadigen waardoor zwaar lichamelijk letsel het gevolg zou kunnen zijn, niet onbegrijpelijk.
8. De grief in de toelichting op het middel dat er van het slachtoffer geen informatie is over het letsel dat zij heeft opgelopen, miskent niet alleen dat er bij een poging tot zware mishandeling geen sprake hoeft te zijn van letsel, doch tevens dat uit de bewijsmiddelen kan volgen dat het slachtoffer heeft verklaard dat zij gedurende de seconden dat verdachte haar keel dichtkneep niet kon ademen. Daaruit kan tevens volgen dat verdachte een tamelijk vitaal deel van de hals heeft dichtgeknepen. De opmerking dat niet blijkt waar precies verdachte de keel van het slachtoffer heeft dichtgeknepen, miskent ten slotte dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de huid van het slachtoffer rondom de adamsappel blauwe drukplekken vertoonde en dat het slachtoffer bij de verbalisant voordeed hoe verdachte haar keel rond de adamsappel had dichtgeknepen.
9. Naar de bewijsmiddelen is door het hof verwezen, maar de redengevende inhoud van de bewijsmiddelen is als zodanig niet in het arrest opgenomen. Indien de klacht zo wordt begrepen dat de bewezenverklaarde poging tot zware mishandeling niet uit de in het arrest weergegeven inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen kan volgen, slaagt het.
10. Het middel slaagt.
11. Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen heb ik niet aangetroffen.
12. Deze conclusie strekt tot vernietiging van het arrest en tot terugwijzing naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw recht te doen.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG