ECLI:NL:PHR:2011:BQ3992
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Vellinga
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van leugenachtige verklaringen in diefstalzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 december 2011 uitspraak gedaan over de leugenachtige verklaringen van de verdachte in een diefstalzaak. De verdachte was door het Gerechtshof te Amsterdam veroordeeld voor mishandeling, vernieling en diefstal van een fiets. De diefstal vond plaats op 23 november 2007 te Amsterdam, waarbij de verdachte een fiets van het merk Giant heeft weggenomen door het slot te forceren. Het Hof baseerde zijn oordeel over de leugenachtigheid van de verdachte op de inhoud van diens eigen verklaringen, wat volgens de Hoge Raad niet geoorloofd was. De Hoge Raad herhaalde de overwegingen uit een eerdere uitspraak en concludeerde dat de bewezenverklaring ontoereikend was gemotiveerd. De Hoge Raad vernietigde het bestreden arrest voor wat betreft de diefstal en de opgelegde straf, en verwees de zaak terug naar het Hof voor herbehandeling.
De zaak kwam aan de orde na cassatie door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. G. Spong. De verdediging stelde dat het Hof ten onrechte de leugenachtigheid van de verdachte had gebaseerd op zijn eigen verklaringen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet had mogen verwijzen naar de verklaringen van de verdachte zelf om de leugenachtigheid te onderbouwen. Dit leidde tot de conclusie dat de bewezenverklaring niet voldoende was onderbouwd, wat resulteerde in de vernietiging van het arrest.
De Hoge Raad heeft ook de termijn voor het indienen van stukken in cassatie besproken, waarbij werd vastgesteld dat de termijn van acht maanden was nageleefd. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekte tot vernietiging van het arrest en terugverwijzing van de zaak naar het Hof voor een nieuwe behandeling.