ECLI:NL:PHR:2011:BQ5982
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Verjaring van vordering uit ongerechtvaardigde verrijking en toegang tot het proces
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van [verzoeker] tegen [verweerster] betreffende de verjaring van een vordering uit ongerechtvaardigde verrijking. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba had eerder geoordeeld dat de vordering van [verzoeker] was verjaard. Het hof oordeelde dat [verzoeker] recht heeft op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, maar dat dit niet betekent dat hij recht heeft op een inhoudelijke behandeling van het geschil zonder rekening te houden met het beroep op verjaring door [verweerster]. [Verzoeker] stelde dat hij geen rechtskundige bijstand heeft kunnen krijgen en dat hij verschillende advocaten heeft benaderd zonder succes. Het hof heeft echter geoordeeld dat de omstandigheden die [verzoeker] aanvoert voor zijn risico komen en dat hij niet voldoende heeft aangetoond dat hij daadwerkelijk niet in staat was om zijn rechten veilig te stellen. De verjaringstermijn was al verstreken voordat [verzoeker] [verweerster] aansprakelijk stelde. De Hoge Raad concludeert dat het cassatieberoep niet kan slagen, omdat er geen rechtsvragen zijn die in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling beantwoord moeten worden. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep.