ECLI:NL:PHR:2011:BQ6555
Parket bij de Hoge Raad
- M. Machielse
- Rechtspraak.nl
Profijtontneming en feiten van algemene bekendheid in hennepkwekerijzaken
In deze zaak gaat het om de vraag of het Gerechtshof 's-Hertogenbosch ten onrechte heeft aangenomen dat met 10 liter plantenvoeding ongeveer 200 hennepplanten kunnen worden geteeld. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit een eerder arrest en oordeelt dat het oordeel van het hof niet zonder meer begrijpelijk is. De verdachte heeft cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof, waarin hem de verplichting werd opgelegd om een bedrag van € 32.041,19 te betalen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De Hoge Raad constateert dat het cassatieberoep op 22 juli 2009 is ingesteld, maar dat het dossier pas op 23 maart 2010 ter griffie van de Hoge Raad is ontvangen, wat een schending van de redelijke termijn met een dag oplevert.
De conclusie van de Procureur-Generaal is dat het hof zich voor de berekening van de kosten van het gebruik van assimilatielampen heeft gebaseerd op een rapport dat niet voldoende onderbouwd is. De verdediging heeft betoogd dat het aantal liters plantenvoeding dat nodig is voor het telen van hennepplanten geen feit van algemene bekendheid is. De Hoge Raad oordeelt dat de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel ontoereikend is gemotiveerd, omdat het hof niet heeft aangetoond dat het aantal watt van de lampen correct is vastgesteld. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor herbehandeling.
De zaak benadrukt het belang van zorgvuldige bewijsvoering en de noodzaak om feiten van algemene bekendheid goed te onderbouwen, vooral in zaken die betrekking hebben op de teelt van hennep en de berekening van wederrechtelijk verkregen voordeel.