ECLI:NL:PHR:2011:BR2892
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Aben
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid en bewijsconstructie bij hennepteelt en onderhuur
In deze zaak heeft het gerechtshof te 's-Gravenhage de verdachte veroordeeld voor meerdere misdrijven, waaronder het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal. De verdachte was huurder van een pand in Rijswijk, waar een hennepkwekerij werd aangetroffen. De verhuurder ontdekte de kwekerij na een tip, en de politie vond 444 hennepplanten in een onafgesloten ruimte op de tweede verdieping van het pand. De verdachte had een deel van de woning onderverhuurd, maar het hof kon niet vaststellen welk deel dit was. De verdachte verklaarde dat hij niets wist van de hennepkwekerij, maar het hof oordeelde dat zijn verklaring niet geloofwaardig was. De politierechter had eerder een andere bewijsconstructie gehanteerd, maar het hof heeft de verklaring van de verdachte over de onderhuur in zijn overwegingen meegenomen. De juridische vraag die rijst is of het onderhuren van een ruimte in een pand leidt tot medeplegen van hennepteelt en andere misdrijven. De conclusie van de procureur-generaal is dat de middelen van cassatie slagen, omdat het hof niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de verdachte als medepleger kan worden aangemerkt. De conclusie strekt tot vernietiging van de uitspraak van het hof en terugverwijzing voor herbehandeling.