ECLI:NL:PHR:2011:BT6250
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Machielse
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid cassatieberoep en termijnoverschrijding in strafzaken
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van het cassatieberoep van de verdachte, die zelf advocaat is. De Hoge Raad oordeelt dat de verdachte niet in het cassatieberoep kan worden ontvangen, omdat de schriftuur niet tijdig is ingediend. De aanzegging van de ontvangst van het dossier is op 28 juli 2010 aan de verdachte betekend. De schriftuur is pas op 8 oktober 2010 ingediend, wat meer dan de wettelijk voorgeschreven termijn van twee maanden na betekening van de aanzegging overschrijdt. De verdachte heeft geprobeerd deze termijnoverschrijding te rechtvaardigen door te verwijzen naar een uitleg van de tekst in de mededeling van betekening. De Hoge Raad stelt echter vast dat de mededeling niet anders kan worden geïnterpreteerd dan dat de datum van betekening van de aanzegging de relevante datum is. De steller van de schriftuur, die zelf advocaat is, had door raadpleging van de relevante wetgeving en rechtspraak kunnen voorkomen dat hij de termijnoverschrijding verkeerd interpreteerde. Aangezien de ontvankelijkheidsdrempel niet wordt gehaald, is er ook geen basis voor ambtshalve cassatie, zoals door de steller van de brief van 15 oktober 2010 is bepleit. De conclusie van de Procureur-Generaal is dan ook dat het beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard.