ECLI:NL:PHR:2012:BU1987
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. L. Timmerman
- Rechtspraak.nl
Verenigingsrecht en gebondenheid van leden aan door vereniging gesloten overeenkomsten
In deze zaak gaat het om de vraag of leden van een vereniging gebonden zijn aan een overeenkomst die de vereniging met een derde heeft gesloten. De eisers, [Eiser 1] en [Eiseres 2], hebben in 1999 een perceel grond gekocht op het park van Hessenheem, waar zij een mobiele bungalow hebben geplaatst. In 2008 heeft de vereniging, waarvan zij lid zijn, een overeenkomst gesloten met Hessenheem over hogere lasten voor permanente bewoning. Hessenheem heeft vervolgens een hogere beheervergoeding aan de eisers doorbelast, waarop zij gedeeltelijk niet hebben betaald.
De kantonrechter heeft in een vonnis van 13 april 2010 geoordeeld dat de eisers gebonden zijn aan de overeenkomst, omdat de vereniging hen zou hebben verbonden door een meerderheidsbesluit van de algemene vergadering. De eisers hebben cassatie ingesteld, waarbij zij aanvoeren dat de statuten van de vereniging niet expliciet de bevoegdheid bevatten om leden te binden aan verplichtingen. De Hoge Raad oordeelt dat de kantonrechter onterecht heeft geoordeeld, omdat de statuten enkel de vertegenwoordiging van de vereniging door het bestuur regelen en niet de binding van individuele leden aan verplichtingen jegens derden.
De Hoge Raad concludeert dat de in de statuten opgenomen bepalingen niet voldoende zijn om de eisers aan de overeenkomst te binden. De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat het cassatieberoep gegrond is en dat het vonnis van de kantonrechter niet in stand kan blijven. De zaak wordt niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de eisers niet aan de overeenkomst zijn gebonden en Hessenheem de hogere beheervergoeding niet kan doorbelasten.