ECLI:NL:PHR:2012:BU5617
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Geschil tussen verkooporganisatie en leden over prijsgarantie en bewijswaardering
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een verkooporganisatie, Coöperatie The Greenery U.A., en haar leden, die tomaten en trostomaten telen, over de uitleg en uitvoering van een prijsgarantie. De leden waren in de jaren 1991 tot en met 1993 lid van de coöperatie en hebben bij hun toetreding afspraken gemaakt over de prijsgarantie, vastgelegd in een gespreksnotitie van 8 januari 1991. Na een geschil over de uitvoering van deze prijsgarantie hebben de leden CHZ gedagvaard voor de rechtbank te Rotterdam, waarbij zij een verklaring voor recht vorderden over de uitleg van de prijsgarantie en een herberekening van de prijsvergelijking. De rechtbank oordeelde in haar eindvonnis van 19 januari 2005 dat de leden en CHZ niet in hun bewijslevering zijn geslaagd, maar CHZ werd wel veroordeeld tot herberekening van de prijsvergelijking. De leden gingen in cassatie tegen dit oordeel.
In cassatie werd de bewijswaardering door het hof ter discussie gesteld. Het hof had geoordeeld dat de rechter bij de bewijswaardering alle beschikbare bewijsmiddelen, inclusief getuigenverklaringen, moest betrekken, maar niet uitsluitend op die verklaringen mocht baseren. De leden voerden aan dat het hof ten onrechte de verklaringen van hun getuigen met behoedzaamheid had bezien, omdat deze als partijgetuigen moesten worden aangemerkt. Het hof oordeelde echter dat de leden in hun eigen belang verklaarden en dat de bewijswaardering als geheel moest worden behandeld. De klachten van de leden werden door de Hoge Raad verworpen, waarbij werd geconcludeerd dat de bewijswaardering niet onbegrijpelijk was en dat de leden niet in hun bewijs zijn geslaagd. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekte tot verwerping van het cassatieberoep.