ECLI:NL:PHR:2012:BV9227
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Vellinga
- Rechtspraak.nl
Herziening van de beschikking inzake inbeslagname van een auto en geldbedrag met betrekking tot medeplichtigheid aan (schuld)witwassen
In deze zaak gaat het om een beklag tegen de inbeslagname van een auto en een geldbedrag van € 94.000,00. De Rechtbank te Almelo heeft op 25 juli 2011 het beklag ongegrond verklaard. Klager, vertegenwoordigd door advocaat mr. K. Canaran, heeft cassatie ingesteld en klaagt over de ontoereikende motivering van de beschikking. De Rechtbank heeft geoordeeld dat er ernstige aanwijzingen zijn dat klager zich heeft schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan (schuld)witwassen. Klager heeft verklaard dat hij geen eigenaar is van de auto, maar deze enkel gebruikt. De Rechtbank concludeert dat het niet onaannemelijk is dat de strafrechter de verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen geldbedrag zal toewijzen.
De Hoge Raad herhaalt de maatstaf uit een eerdere uitspraak en oordeelt dat het oordeel van de Rechtbank niet begrijpelijk is, gezien de verklaring van klager dat hij geen eigenaar is van de auto. De Hoge Raad stelt vast dat er geen nadere motivering is gegeven door de Rechtbank over de verbeurdverklaring van de auto, wat leidt tot de conclusie dat het middel ten dele slaagt. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de Rechtbank voor wat betreft de beslissing over de inbeslaggenomen auto en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling.
De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat de bestreden beschikking moet worden vernietigd voor de inbeslaggenomen auto, maar dat het beroep voor het overige wordt verworpen. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de Rechtbank bij beslissingen over inbeslagname en verbeurdverklaring.