ECLI:NL:PHR:2012:BV9532
Parket bij de Hoge Raad
- M. Huydecoper
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet wegens diefstal en de afweging van persoonlijke omstandigheden van de werknemer
In deze zaak gaat het om de vraag of het ontslag op staande voet van een werknemer, [eiser], door zijn werkgever, De Bijenkorf, gerechtvaardigd was. [Eiser], die sinds september 2002 in dienst was, werd op 17 april 2009 ontslagen nadat hij op 16 april 2009 betrapt was op het meenemen van winkelgoederen zonder toestemming. De Bijenkorf had strenge huisregels die sancties op het ontvreemden van goederen voorschrijven, en benadrukte dat deze regels herhaaldelijk onder de aandacht van het personeel waren gebracht. De arbeidsovereenkomst van [eiser] werd later ontbonden per 23 maart 2010.
In de procedure die volgde, stelde [eiser] dat het ontslag op staande voet nietig was en dat zijn persoonlijke omstandigheden in de beoordeling van het ontslag moesten worden meegenomen. Het hof oordeelde dat het ontslag rechtsgeldig was, maar de Hoge Raad moest nu beoordelen of het hof voldoende rekening had gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [eiser]. De Hoge Raad benadrukte dat bij de beoordeling van ontslag op staande voet alle relevante omstandigheden, inclusief de ernst van de ontslagreden en de gevolgen voor de werknemer, in overweging moeten worden genomen.
De Hoge Raad concludeerde dat het hof onvoldoende had gemotiveerd waarom de persoonlijke omstandigheden van [eiser] niet zwaarder wogen dan de redenen voor het ontslag. De Hoge Raad oordeelde dat de afweging die het hof had gemaakt niet voldeed aan de eisen van zorgvuldigheid en vernietigde het bestreden arrest. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van persoonlijke omstandigheden bij ontslag op staande voet, vooral wanneer de gevolgen voor de werknemer ingrijpend zijn.