ECLI:NL:PHR:2012:BX4707
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Vellinga
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van het onderzoek door ontbreken pleitnota in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 september 2012 uitspraak gedaan in het kader van een cassatieberoep. De verdachte was door het Gerechtshof te 's-Gravenhage vrijgesproken van een aantal tenlastegelegde feiten, maar was wel veroordeeld voor het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen van andermans goed, wat resulteerde in een voorwaardelijke geldboete van € 200,- of 4 dagen hechtenis. Daarnaast werd er een schadevergoedingsmaatregel opgelegd aan de benadeelde partij. De raadsman van de verdachte, mr. J.S. Nan, heeft twee middelen van cassatie ingediend. Het eerste middel betrof het ontbreken van de pleitnota die door de raadsman was overgelegd tijdens de zitting in hoger beroep. De Hoge Raad oordeelde dat dit verzuim niet tot cassatie kon leiden, omdat de raadsman niet tijdig een verzoek om aanvulling had ingediend bij de rolraadsheer. Het tweede middel betrof de vraag of uit de bewijsmiddelen kon worden afgeleid dat de verdachte opzettelijk het overhemd van de benadeelde partij had vernield. De Hoge Raad oordeelde dat de gebezigde bewijsmiddelen voldoende waren om het opzet van de verdachte te onderbouwen. De Hoge Raad concludeerde dat er geen gronden waren om de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen en heeft het beroep verworpen.