ECLI:NL:PHR:2012:BX5321

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
2 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/03599
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
  • Mr. Hofstee
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in cassatieberoep wegens het niet indienen van middelen

In deze zaak gaat het om de niet-ontvankelijkheid van de verzoeker in zijn cassatieberoep. De verzoeker was bij arrest van 16 november 2010 door het Gerechtshof te Amsterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, wegens het doen van een gift aan een ambtenaar met het oogmerk om deze in zijn bediening te bewegen iets te doen in strijd met zijn plicht. De verzoeker heeft tijdig beroep in cassatie ingesteld, maar heeft geen middelen van cassatie ingediend. Volgens artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) dient een schriftuur houdende middelen van cassatie binnen twee maanden na betekening van de aanzegging te worden ingediend. Aangezien de verzoeker dit niet heeft gedaan, is hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn cassatieberoep. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de verzoeker in zijn cassatieberoep. Tevens wordt opgemerkt dat er samenhang bestaat met andere zaken, genummerd 10/05168 en 10/05171P, waarin ook conclusies worden getrokken.

Conclusie

Nr. 11/03599
Mr. Hofstee
Zitting: 26 juni 2012
Conclusie inzake:
[Verdachte](1)
1. Verzoeker is bij arrest van 16 november 2010 door het Gerechtshof te Amsterdam wegens "aan een ambtenaar een gift doen met het oogmerk om hem te bewegen in zijn bediening, in strijd met zijn plicht, iets te doen, meermalen gepleegd" en "aan een ambtenaar een gift doen ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door deze in zijn bediening, in strijd met zijn plicht, is gedaan, meermalen gepleegd", bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, met aftrek van voorarrest.
2. Verzoeker heeft tijdig beroep in cassatie doen instellen. Hoewel de aanzegging als bedoeld in art. 435, eerste lid, Sv geldig is betekend, zijn namens hem geen middelen van cassatie voorgesteld.
3. Ingevolge art. 437, tweede lid, Sv, dient op straffe van niet-ontvankelijkheid binnen twee maanden na de betekening van de aanzegging als bedoeld in art. 435, eerste lid, Sv door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie te zijn ingediend. Nu bij de Hoge Raad niet tijdig een schriftuur is ingediend, dient verzoeker niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep te worden verklaard.
4. Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de verzoeker in zijn cassatieberoep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
1 Er bestaat samenhang tussen de zaken met de nummers 10/05168, 10/05171P en 11/03599. In al deze zaken zal ik vandaag concluderen.