ECLI:NL:PHR:2012:BX7464
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. E.B. Rank-Berenschot
- Mr. R.H.M.Ch. Libotte
- Rechtspraak.nl
Machtiging bewindvoerder tot procederen in het kader van beschermingsbewind
In deze zaak gaat het om de machtiging van een bewindvoerder, mr. R.H.M.Ch. Libotte, om in rechte op te treden namens de rechthebbende, [betrokkene 1]. De bewindvoerder had een verzoek ingediend bij de kantonrechter om hem te machtigen tot het starten van een bestuursrechtelijke beroepsprocedure. De kantonrechter heeft dit verzoek op 21 juni 2011 afgewezen, omdat er geen gronden voor het beroep waren aangegeven. Mr. Libotte heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 28 november 2011 de beschikking van de kantonrechter heeft bekrachtigd. Het hof oordeelde dat het over onvoldoende gegevens beschikte om de kans van slagen van het beroep in te schatten en dat het bovendien om een relatief gering bedrag ging.
In cassatie heeft mr. Libotte verschillende klachten ingediend tegen de overwegingen van het hof. De eerste klacht betreft het beleid van de rechtbank Maastricht, dat volgens hem in strijd is met de wet. De tweede klacht richt zich tegen de impliciete overweging van het hof dat de kantonrechter het verzoek inhoudelijk mocht beoordelen, ondanks het verstrijken van de bestuursrechtelijke beroepstermijn. De derde klacht verwijt het hof dat het niet heeft meegewogen dat hij feitelijk geen machtiging nodig had en dat zijn verzoek om toepassing van art. 1:443 BW niet is behandeld.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad concludeert dat de klachten niet slagen en dat het cassatieberoep moet worden verworpen. De conclusie is dat de bewindvoerder niet kan worden vrijgesteld van de verplichting om een machtiging aan te vragen, en dat de rechter niet kan bepalen dat een machtiging niet nodig is in een procedure waarin deze wel is verzocht maar geweigerd.