ECLI:NL:PHR:2012:BX9521
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Machielse
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bewezenverklaring van hinderlijk ophouden in de openbare ruimte
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de bewezenverklaring van hinderlijk ophouden in de openbare ruimte, specifiek in de Van Sijpesteijntunnel in Utrecht. De verdachte is op 7 juli 2007 door de politie aangetroffen in een groep van harddrugsgebruikers, alcoholisten en daklozen, die de doorgang voor andere weggebruikers belemmerden. De politie heeft vastgesteld dat deze groep hinderlijk aanwezig was, wat leidde tot overlast voor passanten en bewoners in de omgeving. De verdachte werd staande gehouden en zijn persoonsgegevens werden genoteerd.
Het Gerechtshof te Arnhem heeft de verdachte op 30 september 2010 veroordeeld tot een werkstraf van twee uur, subsidiair één dag hechtenis, voor het overtreden van de Algemene Plaatselijke Verordening van Utrecht. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaat een middel van cassatie heeft ingediend. Het middel klaagt over de motivering van de bewezenverklaring, specifiek dat er onvoldoende bewijs zou zijn voor de stelling dat de verdachte onnodig overlast of hinder heeft veroorzaakt.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat de feiten en omstandigheden voldoende zijn om de bewezenverklaring te ondersteunen. De aanwezigheid van de verdachte en zijn medeverdachten in de tunnel op een drukke zaterdagavond, gecombineerd met de verklaring van de verbalisant dat deze groep als hinderlijk en bedreigend werd ervaren, maakt de motivering van het Hof toereikend. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, zonder dat er aanleiding was voor vernietiging van de eerdere uitspraak.