ECLI:NL:PHR:2012:BY2841
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Vellinga
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van klaagster in beroep tegen beslag op bankrekening
In deze zaak gaat het om een beklagprocedure betreffende het beslag op de bankrekening van klaagster. De Rechtbank te 's-Gravenhage heeft op 20 september 2011 het klaagschrift van klaagster ongegrond verklaard. Klaagster heeft vervolgens cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.A.J. Verploegh. De Hoge Raad heeft op 4 december 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, met als zaaknummer 11/05508 B.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat er geen beslag meer rust op de bankrekening van klaagster. Dit is gebaseerd op informatie van het Openbaar Ministerie, dat op 18 juli 2012 heeft bevestigd dat de bank het beslag als niet gelegd beschouwde, omdat er geen saldo op de rekening aanwezig was. Hierdoor heeft klaagster geen belang meer bij het beroep, aangezien het beslag niet meer bestaat.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat klaagster niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar beroep. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere beslissing van de Rechtbank bevestigt en klaagster niet in haar verzoek om opheffing van het beslag kan worden ontvangen. De conclusie van de Advocaat-Generaal was dat de Hoge Raad deze beslissing zou nemen, en dit is ook daadwerkelijk gebeurd.