ECLI:NL:PHR:2012:BY2841

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
4 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/05508 B
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
  • Mr. Vellinga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van klaagster in beroep tegen beslag op bankrekening

In deze zaak gaat het om een beklagprocedure betreffende het beslag op de bankrekening van klaagster. De Rechtbank te 's-Gravenhage heeft op 20 september 2011 het klaagschrift van klaagster ongegrond verklaard. Klaagster heeft vervolgens cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.A.J. Verploegh. De Hoge Raad heeft op 4 december 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, met als zaaknummer 11/05508 B.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat er geen beslag meer rust op de bankrekening van klaagster. Dit is gebaseerd op informatie van het Openbaar Ministerie, dat op 18 juli 2012 heeft bevestigd dat de bank het beslag als niet gelegd beschouwde, omdat er geen saldo op de rekening aanwezig was. Hierdoor heeft klaagster geen belang meer bij het beroep, aangezien het beslag niet meer bestaat.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat klaagster niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar beroep. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere beslissing van de Rechtbank bevestigt en klaagster niet in haar verzoek om opheffing van het beslag kan worden ontvangen. De conclusie van de Advocaat-Generaal was dat de Hoge Raad deze beslissing zou nemen, en dit is ook daadwerkelijk gebeurd.

Conclusie

Nr. 11/05508 B
Mr. Vellinga
Zitting: 9 oktober 2012
Conclusie inzake:
[Klaagster]
1. Bij beschikking van 20 september 2011 heeft de Rechtbank te 's-Gravenhage het klaagschrift strekkende tot opheffing van het beslag op klaagster bankrekening met het nummer [0001], ongegrond verklaard.
2. Er bestaat samenhang tussen de zaken met de nummers 11/05504, 11/05506 en 11/05508. In al deze zaken zal ik vandaag concluderen.
3. Namens klaagster heeft mr. R.A.J. Verploegh, advocaat te 's-Gravenhage, drie middelen van cassatie voorgesteld.
4. Ambtshalve vestig ik de aandacht op het volgende.
5. Onder de op de voet van art. 434 Sv aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevindt zich een lijst conservatoir beslag waarop onder meer staat "[klaagster] ING rekeningnummer [0001] vervallen". Na telefonisch verzoek om informatie hierover, heeft het OM op 18 juli 2012 per e-mail laten weten dat er geen beslag rust op deze bankrekening. Volgens deze informatie zou de bank het beslag als niet gelegd hebben beschouwd, wegens het ontbreken van enig saldo.
6. Het voorgaande betekent dat er in cassatie van kan worden uitgegaan dat er geen beslag (meer) rust op voornoemde bankrekening en klaagster dus geen belang heeft bij het onderhavige beroep.
7. Deze conclusie strekt ertoe dat de Hoge Raad klaagster niet-ontvankelijk zal verklaren in haar beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG