"1 . een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2], agent respectievelijk hoofdagent van politie, genummerd PL0971/06-335306, opgemaakt op 16 oktober 2006, voor zover het relaas en de bevindingen van verbalisanten, (pagina 14-22) zakelijk weergegeven:
Vandaag, 14 oktober 2006, waren wij belast met algemene noodhulpsurveillance in de politieregio Utrecht, district Rijn en Venen. Wij waren daartoe in uniform gekleed en reden in een als zodanig herkenbaar opvallend dienstvoertuig.
Op 14 oktober 2006 omstreeks 18.15 uur surveilleerden wij over de Provinciale weg N212 te Kamerik, komende vanaf de Teckop te Kamerik en gaande in de richting van de Provinciale weg N405 te Kamerik. Wij zagen dat er voor ons, vanuit tegenovergestelde richting, over de Provinciale weg N212 een personenauto kwam aanrijden. Het was ons bekend dat die personenauto daar niet kon rijden zonder de geslotenverklaring te negeren. Die geslotenverklaring bestond uit een bord Cl, bijlage 1 reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, welke geplaatst was op de kruising van de Provinciale weg N212 en de Provinciale weg N405, beide te Kamerik, in de gemeente Woerden.
Op het moment dat die personenauto vanuit tegengestelde richting onze kant op kwam, heb ik. [Verbalisant 2], het door mij bestuurde dienstvoertuig half op mijn rijrichting en half op de rijbaan bestemd voor tegemoetkomend verkeer gestuurd. Ik heb daarbij tevens het politietransparant aan de voorzijde in werking gesteld. Dit politietransparant is bedoeld om in spiegelbeeld te lezen, dus de tegemoetkomende bestuurder kon de woorden STOP POLITIE niet lezen. Dit was bedoeld om de bestuurder duidelijk te maken dat hij diende te stoppen. Wij zagen dat de bestuurder licht naar links stuurde en ons met onverminderde snelheid passeerde.
Ik, [verbalisant 2], heb het dienstvoertuig gekeerd en ben achter die personenauto aangereden. Ik heb daarbij het politietransparant aan de voorzijde ingeschakeld laten staan. Op het moment dat ik die personenauto dicht genoeg genaderd was, hoorde ik dat [verbalisant 1] het kenteken ging opvragen bij de gemeenschappelijke meldkamer Utrecht. Wij zagen dat het kenteken van de personenauto [AA-00-BB] was en dat het een rode Suzuki terreinwagen betrof. Ik, [verbalisant 2], zag en hoorde dat [verbalisant 1] daarop de optische en geluidssignalen van het door mij, [verbalisant 2], bestuurde dienstvoertuig inschakelde om kennelijk zodoende de aandacht van de bestuurder van die Suzuki op het stopteken te trekken. Ik zag dat bestuurder met onverminderde vaart doorreed. Ik heb daarop aan de gemeenschappelijke meldkamer Utrecht doorgegeven dat de bestuurder van die Suzuki een stopteken negeerde. Ik zag dat de bestuurder nog steeds met onverminderde vaart door reed en geen aanstalten maakte om te stoppen.
Ik zag een bord Al van die bijlage 1 reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 dat als maximum snelheid aangaf 30 kilometer per uur. Ik zag dat de afstand tussen mijn dienstvoertuig en die Suzuki in het 30 kilometer gebied gelijk bleef en af en toe toenam. Ik zag dat de geijkte kilometerteller van mijn dienstvoertuig ruim boven de 80 kilometer per uur zat. Wij hebben daarop besloten de bestuurder van de Suzuki daadwerkelijk staande te houden door het voertuig in te halen en vervolgens het dienstvoertuig voor die Suzuki tot stilstand te brengen.
Ik, [verbalisant 2], heb daarop die Suzuki ingehaald en heb daarop ons dienstvoertuig voor die Suzuki gebracht en vaart geminderd. Daarbij heb ik het politietransparant STOP POLITIE aan de achterzijde van het dienstvoertuig ingeschakeld. Ik zag dat die Suzuki in eerste instantie achter mij ook vaart minderde. Ik zag dat de Suzuki daarop achter mij een gaatje zocht om mij voorbij te gaan. Ik zag namelijk dat de Suzuki achter mij naar links en rechts slingerde, kennelijk om te kijken of hij kon inhalen. Ik zag dat de Suzuki toen ik ongeveer 30 kilometer per uur reed, mij plotseling links inhaalde. Ik zag namelijk dat hij naast mijn linkerzijde ging rijden en versnelde. Ik heb daarop ook versneld om te voorkomen dat hij mij inhaalde. Ik zag dat de Suzuki daarop naar rechts kwam en kennelijk het dienstvoertuig wilde rammen, want ik zag dat die Suzuki nog steeds naast mij zat. Ik zag namelijk dat die Suzuki met de achterkant van het voertuig ter hoogte van het rechter achterportier van ons dienstvoertuig reed. Ik heb daarop vaart geminderd door sterk te remmen.
Wij zagen daarop dat de Suzuki zeer kort voor de neus van ons dienstvoertuig scherp naar rechts reed. Wij zagen dat ik, [verbalisant 2], door te blijven remmen en ook scherp naar rechts te sturen een aanrijding met die Suzuki ter nauwer nood konden voorkomen. Wij zagen dat die Suzuki daarop voor ons vol ging remmen, kennelijk om ons dienstvoertuig op de achterzijde van die Suzuki te laten botsen. Doordat ik, [verbalisant 2], nagenoeg stil stond met het dienstvoertuig wist ik door te remmen een aanrijding te voorkomen. Wij zagen dat die Suzuki hierna weer gas gaf en hard wegreed. Hierop heb ik, [verbalisant 1], de optische en geluidssignalen in werking gesteld.
Wij zagen dat die Suzuki de rotonde van de Provinciale weg N212 met de Provinciale weg N401 naderde. Wij zagen dat er op die rotonde veel verkeer was. Wij zagen dat die Suzuki daarop via een trottoirband, de groenstrook en nog een trottoirband de rotonde afsneed om zodoende voor het verkeer te komen. Wij zagen dat het overige verkeer door die manoeuvre stevig moest remmen om een aanrijding met die Suzuki en andere remmende voertuigen te voorkomen. Wij hebben door de optische en geluidssignalen het overige verkeer kunnen attenderen en onze weg via de rotonde vervolgd. Wij hebben de optische en geluidssignalen vanaf dat moment ingeschakeld laten staan.
Hierop hebben wij de achtervolging op die Suzuki voortgezet. Hierop heb ik, [verbalisant 2], op de Provinciale weg N401 te Kockengen die Suzuki weer ingehaald. Nadat ik die Suzuki had ingehaald, heb ik snelheid geminderd teneinde de Suzuki tot stoppen te dwingen. Ik had daarbij het politietransparant STOP POLITIE aan de achterzijde van het dienstvoertuig ingeschakeld. Ik zag dat die Suzuki net als ons dienstvoertuig snelheid minderde. Wij zagen dat de Suzuki De Dreef in Kockengen bleef volgen en aan het einde van De Dreef linksaf de Kerkweg op reed. Wij zagen dat die Suzuki aan het einde van de Kerkweg linksaf De Portengen te Kockengen op reed in de richting van de Provinciale weg N401.
Wij zagen dat de Suzuki daarop gelijk rechtsaf ging de parallelweg van de Provinciale weg N401 op in de richting van de Rijksweg A2. Wij zagen dat die Suzuki aan het einde van de parallelweg het daarop aangesloten fietspad met onverminderde vaart opreed. Alle wegen die genoemd zijn, zijn voor rij- en ander openbaar verkeer openstaande wegen gelegen in de gemeente Breukelen. Wij zagen dat die Suzuki vanaf genoemd fietspad rechtsaf een bouwlocatie van de aanleg van de Rijksweg A2 opreed. Wij zagen dat er op genoemde bouwlocatie een
zandheuvel lag van ongeveer 10 meter hoog. Wij zagen dat die heuvel steil was met uitzondering van een plaats waar kennelijk voertuigen van de bouw die zandheuvel op kunnen rijden. Wij zagen dat dit een vrij steile oprit was. Wij zagen dat die Suzuki op de bouwlocatie versnelde en genoemde oprit van de zandheuvel opreed.
Wij zagen dat die Suzuki daarbij snel snelheid verloor. Ik, [verbalisant 1], ben daarop uit het dienstvoertuig gestapt en de zandheuvel opgerend. Ik, [verbalisant 2], ben na het stilzetten van het dienstvoertuig ook uitgestapt en achter de Suzuki aangerend. Wij zagen dat die Suzuki bijna bovenaan die zandheuvel stil kwam te staan. Wij hoorden dat de motor van die Suzuki nog steeds heel veel toeren maakte en wij zagen dat de achterwielen van die Suzuki zich aan het ingraven waren.
Ik, [verbalisant 1], was die Suzuki op dat moment tot ongeveer vijf meter genaderd. Terwijl ik in de richting van die Suzuki omhoog rende, zag ik op eens dat de achteruitrijverlichting aan ging. Ik zag dat die Suzuki daarop achteruit de heuvel af kwam rijden in mijn richting. Ik liep op dat moment in het rijspoor wat de oprit vormde en tevens het rijspoor was wat die Suzuki had gevolgd en alleen kon volgen op de weg naar beneden. Ik zag dat die Suzuki hard achteruit kwam rijden. Ik hoorde dat die Suzuki daarbij veel toeren maakte. Ik ben daarop links een verhoging opgesprongen om zodoende te voorkomen dat ik door die Suzuki werd aangereden. Ik weet zeker dat die Suzuki over mij heen was gereden als ik niet opzij was gesprongen. Ik weet dat door de snelheid waarmee die Suzuki op mij af kwam rijden en de korte afstand die er tussen mij en de Suzuki was. Ik zag dat [verbalisant 2] uit de rijbaan van die Suzuki stapte om zodoende te voorkomen dat die Suzuki hem zou aanrijden.
Ik, [verbalisant 2], ben na het uitstappen genoemde oprit van de zandheuvel opgerend naar die Suzuki. Ik zag dat [verbalisant 1] voor mij rende op de oprit van die zandheuvel. Ik zag op een gegeven moment dat de achteruitrijverlichting van die Suzuki aanging en dat die Suzuki hard achteruit kwam rijden. Ik zag dat [verbalisant 1] die Suzuki op dat moment ongeveer 2 à 4 meter genaderd was en gelijk achter die Suzuki omhoog rende. Ik zag dat [verbalisant 1] naar links sprong om te voorkomen dat hij werd aangereden door die Suzuki die hard achteruit kwam rijden de oprit van de zandheuvel af. Ik ben tijdens bovenstaande ook van de oprit van die zandheuvel afgegaan, omdat ik zag dat die Suzuki recht op mij af kwam. Ik zag dat die Suzuki met hoge snelheid naar beneden kwam rijden en ik ben in de overtuiging dat die Suzuki mij had overreden als ik niet opzij was gegaan. Dit mede door eerdere omschreven gevaarlijke verkeersgedragingen en pogingen om aanhouding te voorkomen van de bestuurder van die Suzuki.
De aangehouden bestuurder van die Suzuki voorzien van kenteken [AA-00-BB] gaf later op volledig genaamd te zijn [verdachte], geboren [geboortedatum] 2006 (het hof begrijpt: 1979) te [geboorteplaats] wonende [woonplaats].