ECLI:NL:PHR:2012:BY5364
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Silvis
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep door falende betekening van dagvaarding
In deze zaak, die samenhangt met een eerdere zaak (11/05760), heeft de Hoge Raad op 18 december 2012 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep. De verdachte was bij arrest van 13 oktober 2011 door het Gerechtshof te Arnhem niet-ontvankelijk verklaard. De advocaat van de verdachte, mr. D.P.J.M. Vermunt, heeft cassatie ingesteld op basis van een middel dat klaagt over de rechtsgeldigheid van de betekening van de dagvaarding. Het middel stelt dat het Hof het onderzoek ter terechtzitting heeft gesloten zonder zich ervan te vergewissen dat de oproeping van de verdachte tijdig en regelmatig ter kennis is gebracht. Dit zou hebben geleid tot een onterecht oordeel van het Hof, dat de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep heeft gebaseerd op onvoldoende gemotiveerde gronden.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de dagvaarding voor de terechtzitting op 13 oktober 2011 niet tijdig was betekend, aangezien er slechts zes dagen waren verstreken tussen de betekening en de zitting, terwijl de wet een termijn van ten minste tien dagen voorschrijft. Bovendien was er geen bewijs dat de verdachte toestemming had gegeven voor deze verkorting van de termijn. De advocaat die wel aanwezig was, had aangegeven geen contact meer te hebben met de verdachte, wat de situatie verder compliceerde.
De Hoge Raad concludeert dat het Hof had moeten onderzoeken of de oproeping tijdig en regelmatig was en had moeten motiveren waarom dit niet het geval was. Dit gebrek leidt tot nietigheid van het onderzoek en de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft daarom de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te Arnhem, of naar een ander hof, om opnieuw recht te doen op basis van het bestaande hoger beroep.