“Bewijsuitsluiting NFI-rapportage
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de NFI/rapportage dient te worden uitgesloten van het bewijs.
Ook de Rechtbank heeft geoordeeld dat de NFI-rapportage dient te worden uitgesloten van het bewijs.
De Officier van Justitie stelt in de appelmemorie dat weliswaar sprake is van een onherstelbaar vormverzuim, maar dat de consequentie die de Rechtbank daaraan verbindt niet correct zou zijn. Uit het PV van bevindingen zou blijken dat de messen separaat zijn verpakt en de messen niet met elkaar in contact zouden zijn gekomen.
Echter:
Een aantal punten vallen op in het PV van bevindingen van het BFO:
* 00.30 uur: handdoek met wa is in beslaggenomen; bijzonderheden: bebloed; middels een papieren zak veiliggesteld
* 00.20 uur: Keukenmesje, zwart is veiliggesteld, op het wegdek thv perceel 136; lemmet heeft bloedspatten (geen vegen)
* 00.26 uur: wattenstaafje; selectie uit meerdere bloedspatten, wegdek thv perceel 136 * 23.00uur {anderhalf uur eerder): keukenmes veiliggesteld, bijzonderheden wit heft, aan getroffen op het trottoir thv perceel 136
Uit de foto's blijkt dat beide mesjes dicht bij elkaar liggen op het trottoir, terwijl een van de mesjes veilig wordt gesteld op het wegdek. Bij de in beslag name van het witte mesje wordt niet gerept over bloedsporen, terwijl bij het andere proces-verbaal daar uitdrukkelijk melding van wordt gemaakt. Er zit anderhalf uur tussen het veiligstellen van het witte mesje en de rest van de voorwerpen.
In de NFI-rapportage vallen ook wat dingen op:
Op 18 augustus 2010 wordt de aanvraag onderzoek ingediend. Op 10 september 2010 wordt verzocht het onderzoek uit te voeren, ondanks het ontbreken van de sluitzegels. Het lijkt er op dat tussen 18 augustus en 10 september 2010 contact is geweest tussen het NFI en de politie. Het NFI geeft expliciet aan dat de SVO's niet voldoen aan de intakecriteria van het NFI. Wanneer de plaats delict is verzegeld is niet duidelijk. Wat er met de in beslag genomen handdoek is gebeurd en hoe alle voorwerpen zijn vervoerd is onduidelijk. Dit heeft ook de Rechtbank geconstateerd en meegewogen in het oordeel omtrent de bruikbaarheid van de NFI-rapportage.
Gelet op het voorgaande is de verdediging van mening dat de NFI-raportage niet voor het bewijs kan worden gebruikt, nu contaminatie niet kan worden uitgesloten en de sluit- en identiteitszegels waarmee het materiaal naar het NFI is verzonden niet in het onderhavige dossier zijn terug te vinden.
De "Chain of evidence" is verbroken.”