In de bestreden beschikking heeft de Rechtbank met betrekking tot de door het middel bedoelde inbeslaggenomen goederen – voor zover hier van belang – het volgende overwogen.
“
Het (ontbreken van strafvorderlijk belang bij het voortduren van het beslag
(…)
Hoewel de officier van justitie ter zitting heeft erkend dat het onderzoeksbelang ten aanzien van de overige voorwerpen is komen te vervallen, is de raadkamer – met de officier van justitie – van oordeel dat er desondanks wel een strafvorderlijk belang bestaat bij het voortduren van het beslag, te weten de mogelijkheid dat in de strafprocedure tegen klager de verbeurdverklaring van de goederen wordt uitgesproken.
De raadkamer zal dat achtereenvolgens toelichten voor de in het klaagschrift genoemde goederen.
(…)
Zwart object (merk Sweex)Het goed met beslagcode 212709, zijnde het zwarte object van het merk Sweex, bevat een drietal geluidsfragmenten.
(…)
Een cassetterecorder (merk Olympus)Verbalisant [verbalisant] heeft waargenomen dat de meters op het display van de Olympus cassetterecorder uitsloegen, waardoor duidelijk was dat het apparaat gebruikt werd.
Een zwarte microfoonUit het dossier blijkt dat aan voornoemde cassetterecorder van het merk Olympus een snoertje bevestigd zat met daaraan een microfoon.
De raadkamer overweegt dat het er vooralsnog op lijkt dat de filmcamera (merk Silvercrest), de videocamera ingebouwd in de bril en de videocamera (merk Sony Bloggie), daadwerkelijk zijn gebruikt voor het maken van heimelijke opnames, waarmee het voorwerpen (kunnen) betreffen met betrekking tot welke het delict als bedoeld in artikel 441b van het Wetboek van Strafrecht is begaan. Ten aanzien van het zwarte object (merk Sweex) en de cassetterecorder (merk Olympus) met de microfoon bestaat minder duidelijkheid. Daarvan kan evenwel niet met voldoende zekerheid gezegd worden dat deze niet zijn gebruikt bij het maken van heimelijke opnames. Temeer nu uit het dossier blijkt dat klager, nadat de voorzitter van de klachtencommissie klager heeft gewaarschuwd dat hij geen opnames mocht maken, heeft gezegd dat de opnames doorgingen en hij niet wilde stoppen.”
Het voorgaande betekent naar het oordeel van de raadkamer – marginaal toetsend – dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de rechter, later oordelend over de strafzaak tegen klager, verbeurdverklaring van deze goederen zal uitspreken.”