ECLI:NL:PHR:2013:BY4599

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
11 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/04913
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Civiel recht
Rechters
  • L. Timmerman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse beëindiging van schuldsaneringsregeling zonder verlening van schone lei

In deze zaak gaat het om de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de verzoeker, die op 15 maart 2010 was uitgesproken. De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft op 10 augustus 2012 de schuldsaneringsregeling tussentijds beëindigd zonder verlening van schone lei. Het hof 's-Hertogenbosch heeft deze beslissing op 16 oktober 2012 bekrachtigd, omdat de verzoeker niet aan zijn informatieplicht had voldaan en geen bewijs had geleverd dat hij na 4 april 2011, de datum waarop hij verplicht was te solliciteren, daadwerkelijk had gesolliciteerd. De verzoeker heeft hiertegen cassatie ingesteld.

In cassatie heeft de verzoeker aangevoerd dat het hof niet tot tussentijdse beëindiging had kunnen komen op basis van de door hem aangedragen omstandigheden. Hij stelde dat hij van de sollicitatieplicht was ontheven omdat hij een inburgeringscursus volgde, dat hij de Nederlandse taal niet machtig was en daardoor geen sollicitatiebrieven kon schrijven, en dat hij regelmatig contact had met zijn bewindvoerder. Daarnaast voerde hij aan dat hij door een ongeluk en een operatie niet kon werken en dat hij een IQ van 66 had, wat hem zou belemmeren in het voldoen aan zijn verplichtingen.

De Hoge Raad overweegt dat de verzoeker de rechter-commissaris niet heeft verzocht om vrijstelling van de sollicitatieplicht. Aangezien hij dit heeft nagelaten, had hij aan die plicht moeten voldoen en bewijs moeten leveren van zijn sollicitatie-inspanningen. De Hoge Raad concludeert dat, zelfs als de verzoeker een IQ van 66 heeft, dit niet automatisch betekent dat hij niet aan de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling kan voldoen. Dit roept bovendien de vraag op of hij wel had moeten worden toegelaten tot de schuldsaneringsregeling, gezien de vereisten van artikel 288 lid 1 onder c van de Faillissementswet.

De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk moet worden verklaard op basis van artikel 80a van de Rechtsvordering.

Conclusie

12/04913
Mr. L. Timmerman
Parket: 16 november 2012
Conclusie inzake:
[Verzoeker]
verzoeker tot cassatie
1. Bij vonnis van 15 maart 2010 is de schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van [verzoeker]. Bij vonnis d.d. 10 augustus 2012 heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch de schuldsaneringsregeling tussentijds beëindigd zonder verlening van schone lei. Het hof 's-Hertogenbosch heeft dit vonnis bij arrest d.d. 16 oktober 2012 bekrachtigd, onder meer op de grond dat hij de op hem rustende informatieplicht niet naar behoren nakwam en hij geen begin van bewijs had overgelegd dat hij na 4 april 2011, de dag waarop hij daartoe verplicht werd, zou hebben gesolliciteerd. Bij een op 22 oktober 2012 per fax bij de griffie van de Hoge Raad binnengekomen verzoekschrift is [verzoeker] hiervan tijdig(1) in cassatie gekomen.
2. In cassatie wordt geklaagd dat het hof op grond van de door [verzoeker] aangedragen omstandigheden niet tot tussentijdse beëindiging had kunnen komen. Het gaat volgens het middel om de stellingen dat [verzoeker] van de sollicitatieplicht was ontheven omdat hij een inburgeringscursus volgde, dat hij geen sollicitatiebrieven kan schrijven omdat hij de Nederlandse taal niet machtig is, dat hij regelmatig contact heeft gehad met de bewindvoerder, dat hij ten gevolge van een ongeluk en een operatie die hij heeft moeten ondergaan niet kon werken en "last but not least" dat hij een IQ van 66 heeft. Deze omstandigheden miskennen dat [verzoeker] de rechter-commissaris niet heeft verzocht om vrijstelling van de op hem rustende sollicitatieplicht en dat hij, nu hij dat heeft nagelaten, aan die plicht had moeten voldoen en daarvan bewijs had moeten leveren. Als [verzoeker] inderdaad een IQ van 66 zou hebben en die omstandigheid voor hem een belemmering zou vormen om te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling, roept dat overigens de vraag op of hij wel - zonder meer - toegelaten had moeten worden tot de schuldsaneringsregeling gelet op het vereiste van art. 288 lid 1 onder c Fw.
3. Conclusie
Ik concludeer tot niet-ontvankelijkverklaring van het cassatieberoep op de voet van art. 80a RO.
De Procureur-Generaal bij de
Hoge Raad der Nederlanden
A-G
1 Binnen de in art. 351 lid 5 Fw genoemde cassatietermijn van acht dagen.