ECLI:NL:PHR:2013:BY5695
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Machielse
- Rechtspraak.nl
Bedreiging met zware mishandeling en eenvoudige belediging in Amsterdam
In deze zaak gaat het om de verdachte die op 5 augustus 2008 in Amsterdam [betrokkene 1] heeft bedreigd met zware mishandeling. De verdachte, die zich in een kantoor van woningcorporatie '[B]' bevond, raakte in een verhitte discussie met [betrokkene 1], die zich bemoeide met zijn gesprek met een medewerkster van de woonstichting '[A]'. Tijdens deze confrontatie heeft de verdachte dreigende woorden geuit, waaronder: 'Ik kom je nog wel een keer tegen op straat!', en heeft hij zich dreigend opgesteld door zijn hand omhoog te houden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor zowel eenvoudige belediging als bedreiging met zware mishandeling, waarbij de bedreiging werd onderbouwd door getuigenverklaringen en proces-verbalen van de politie.
De Hoge Raad heeft de zaak in cassatie behandeld, waarbij de verdediging aanvoerde dat de uitlatingen van de verdachte niet als een bedreiging met zware mishandeling konden worden opgevat. De Hoge Raad oordeelde dat voor een veroordeling voor bedreiging met zware mishandeling vereist is dat de bedreiging van dien aard is dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen. De Hoge Raad concludeerde dat de omstandigheden van de zaak, waaronder de dreigende houding van de verdachte en de context van de uitlatingen, voldoende waren om de vrees voor zware mishandeling te rechtvaardigen.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de beslissing van het Hof bevestigd, maar heeft hij de zaak terugverwezen voor herbehandeling van de strafoplegging. De conclusie van de Procureur-Generaal was dat de gedragingen van de verdachte in samenhang met de woorden die hij uitsprak, een redelijke vrees voor zware mishandeling konden doen ontstaan, en dat de eerdere veroordeling dus terecht was.