ECLI:NL:PHR:2013:BZ3631
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Hofstee
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis wegens persoonsverwisseling in een strafzaak
In deze zaak betreft het een herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Amsterdam, waarbij de aanvrager op 30 oktober 2009 bij verstek was veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan één maand voorwaardelijk. De aanvrager, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Nijssen, heeft een aanvraag tot herziening ingediend op basis van de stelling dat er sprake is van een persoonsverwisseling. De aanvrager betwist dat hij de persoon is die het bewezenverklaarde feit heeft gepleegd.
Ter onderbouwing van deze stelling zijn verschillende stukken overgelegd, waaronder een brief van de officier van justitie te Amsterdam, waarin wordt gesteld dat de personalia van de aanvrager door een ander zijn gebruikt. De officier van justitie heeft om die reden de tenuitvoerlegging van de strafzaak stopgezet en verzocht om de justitiële documentatie van de aanvrager te schonen. Daarnaast is er een proces-verbaal van relaas overgelegd, waaruit blijkt dat er geen dactyloscopisch signalement is vervaardigd na de aanhouding van de aanvrager, wat de mogelijkheid van identificatiefouten versterkt.
De conclusie van de Procureur-Generaal is dat er ernstige twijfels zijn over de juistheid van het eerdere vonnis en dat, indien de Politierechter op de hoogte was geweest van deze nieuwe feiten, hij de aanvrager waarschijnlijk zou hebben vrijgesproken. De Hoge Raad wordt verzocht de aanvraag tot herziening gegrond te verklaren en de zaak door te verwijzen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.