2. In cassatie kan worden uitgegaan van de volgende feiten (zie rov. 3.1 in verbinding met rov. 3.2 van het in zoverre in cassatie niet bestreden arrest van het hof waarin (met een verbetering) de feiten zijn overgenomen waarvan ook de rechtbank in haar eindvonnis is uitgegaan):
i) [eiser] is op 1 februari 1996 in dienst getreden van (een rechtsvoorganger van) het Slotervaartziekenhuis als medisch specialist op het gebied van algemene chirurgie met als aandachtsgebied de vaatchirurgie. [eiser] heeft voornamelijk vaatchirurgische werkzaamheden verricht. Op zijn arbeidsovereenkomst is de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (verder: AMS) van toepassing, voor zover daar tussen partijen niet van is afgeweken. Van zijn arbeidsvoorwaarden maakt een beding deel uit dat ertoe strekt alle (arbeidsrechtelijke) geschillen tussen partijen in arbitrage te doen beslechten door het Scheidsgerecht Gezondheidszorg (verder: het Scheidsgerecht).
ii) Op en omstreeks 21 maart 2009 heeft in het Slotervaartziekenhuis een behandeling plaatsgevonden van een 45-jarige patiënte, die eerder die dag op de Intensive Care-afdeling was opgenomen. Haar behandelend internist [betrokkene 1] en haar hoofdbehandelaar, intensiviste [betrokkene 2], vermoedden bij deze patiënte necrotiserende fasciitis, veroorzaakt door infectie met een groep A streptokokken. Zij achtten chirurgische interventie dringend gewenst en hebben daartoe die dag [eiser] (toentertijd dienstdoend chirurg) in consult geroepen. [eiser] en een door hem geraadpleegde orthopedisch chirurg vermoedden bij de patiënte een (conservatief te behandelen) septische arthritis van het heupgewricht. Op grond van die diagnose en de slechte toestand van de patiënte achtte [eiser] het niet verantwoord haar te opereren. Besloten werd tot echografisch onderzoek van de heup. Internist [betrokkene 1] heeft [eiser] later die dag ('s avonds) gevraagd of hij de patiënte niet toch wilde opereren, welk verzoek is herhaald door een andere collega van [eiser]. [eiser] is daarop teruggegaan naar het ziekenhuis, doch is opnieuw niet tot opereren overgegaan. De patiënte (die daadwerkelijk leed aan necrotiserende fasciitis) is in de vroege ochtend van de volgende dag, 22 maart 2009, uiteindelijk wel geopereerd, door twee collega's van [eiser] (waaronder het afdelingshoofd [betrokkene 3]). Zij is kort daarop overleden.
iii) Derksen heeft [eiser] later op 22 maart 2009 meegedeeld dat hij geen diensten meer mocht doen in het Slotervaartziekenhuis. Op 23 maart 2009 heeft een bespreking plaatsgehad tussen de voorzitter van de Raad van Bestuur van het Slotervaartziekenhuis ([betrokkene 4]), medisch directeur [betrokkene 5] en de chirurgen [betrokkene 6] en [betrokkene 3] enerzijds en [eiser], bijgestaan door de internist [betrokkene 7] anderzijds. De beide chirurgen hebben bij die gelegenheid het vertrouwen in [eiser] opgezegd. De Raad van Bestuur van het Slotervaartziekenhuis heeft [eiser] vervolgens op non-actief gesteld.
iv) Op 3 april 2009 heeft het Slotervaartziekenhuis een procedure aanhangig gemaakt bij het Scheidsgerecht met het verzoek de arbeidsovereenkomst met [eiser] te ontbinden, primair op grond van een dringende reden als bedoeld in art. 7:685 BW alsmede een klemmende reden als bedoeld in art. 1.2.5 lid 2 van de AMS, subsidiair op grond van veranderingen in de omstandigheden als in art. 7:685 BW bedoeld.
v) [eiser] heeft een memorie van antwoord ingediend, strekkende tot afwijzing van het verzoek.
vi) Op 19 mei 2009 heeft een mondelinge behandeling in het arbitrale geding plaatsgevonden, waarop partijen, vergezeld van hun raadslieden, aanwezig waren. Aan het slot van de mondelinge behandeling heeft het Scheidsgerecht partijen verzocht mee te werken aan:
a. een onderzoek zoals gebruikelijk in een ziekenhuis naar de professionele gang van zaken betreffende de patiënte voor wie [eiser] op 21 maart 2009 in consult is opgeroepen door zijn collega's in het ziekenhuis,
b. een onderzoek naar de mogelijkheden van herstel van vertrouwen in het functioneren van [eiser] in het ziekenhuis "zo veel mogelijk op de voet van het (hier niet geheel toepasselijke) protocol mogelijk disfunctionerend medisch specialist".
Daarbij is voorgesteld dat bij onderwerp a. een extern deskundige zou worden ingeschakeld. Het genoemde protocol betreft het Modelreglement mogelijk disfunctioneren medisch specialisten inclusief bijlage 1 (gedragscode intramuraal medisch specialist), dat is opgesteld door de Orde van Medisch Specialisten. Dit protocol wordt gebruikelijkerwijs gebezigd voor intern onderzoek naar het mogelijke disfunctioneren van een medisch specialist, uit te voeren door en binnen de instelling waarin deze werkzaam is. Het protocol voorziet in een (door de in geding zijnde onderzoekscommissie gevolgde) versnelde onderzoeksprocedure.
vii) Tussen [eiser] en het Slotervaartziekenhuis is een uitvoerige discussie ontstaan over het plan van aanpak van genoemd onderzoek, met name over de samenstelling van de commissie die dat onderzoek zou gaan uitvoeren. [eiser] heeft daarbij gesteld dat het belangrijkste uitgangspunt is dat een onafhankelijk en objectief onderzoek plaatsvindt naar de gehele casus, hetgeen met de (door het Slotervaartziekenhuis voorgestelde commissiesamenstelling) zijns inziens niet het geval was. In reactie op de meningsverschillen tussen partijen op dat punt heeft het Scheidsgerecht tussentijds als zijn oordeel uitgesproken dat het bezwaar van [eiser] slaagt ten aanzien van [betrokkene 8] (de voorzitter van de medische staf van het Slotervaartziekenhuis) als voorgesteld commissielid en dat zijn bezwaar voor het overige faalt. Daarop heeft het Scheidsgerecht de onderzoekscommissie vastgesteld als hier na te melden en heeft [eiser] zich, onder protest, akkoord verklaard met die samenstelling en met de opdracht aan de commissie.
viii) Ten behoeve van het onderzoek omtrent vraag b. is tevoren een plan van aanpak opgesteld. Dit hield in, voor zover hier van belang:
- de commissieleden dienen neutraal en objectief te zijn en het besprokene is confidentieel,
- van de gesprekken met de te horen personen (vakgroepsleden, aanpalende specialisten, Raad van Bestuur, voorzitter bestuur medische staf, arts-assistenten chirurgie, hoofd OK, hoofden poli- en verpleegafdelingen inclusief ICU en sectormanagement), zullen schriftelijke notulen worden opgemaakt als werkdocument en deze zullen na indiening van het rapport worden vernietigd.