ECLI:NL:PHR:2013:CA0839
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Vellinga
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van cassatieberoep vóór einduitspraak Hof
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 februari 2013 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een cassatieberoep dat door de verdachte was ingesteld vóór de einduitspraak van het Hof. De verdachte was door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad, Mr. Vellinga, heeft in zijn conclusie uiteengezet dat de verdachte op 28 maart 2011 beroep in cassatie heeft ingesteld tegen het arrest van het Hof van 30 maart 2011, waarbij hij niet-ontvankelijk was verklaard in zijn hoger beroep. De relevante wetgeving, met name artikel 432 van het Wetboek van Strafvordering (Sv), regelt de termijn waarbinnen beroep in cassatie moet worden ingesteld, namelijk 'na de einduitspraak'. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het niet verenigbaar is met de bewoordingen van deze bepaling dat een beroep in cassatie vóór de einduitspraak ontvankelijk zou zijn. Dit betekent dat de verdachte niet in zijn beroep in cassatie kan worden ontvangen, aangezien hij cassatie heeft ingesteld voordat de einduitspraak was gewezen. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt dan ook tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in zijn beroep.