ECLI:NL:PHR:2013:CA1230
Parket bij de Hoge Raad
- L. Timmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling op basis van onvoldoende goede trouw
In deze zaak heeft verzoeker op 5 december 2012 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Oost-Nederland voor de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft op 31 januari 2013 het verzoek afgewezen, omdat verzoeker onvoldoende informatie had verstrekt. Dit leidde tot de conclusie dat niet aannemelijk was dat hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de indiening van het verzoek. De rechtbank constateerde dat verzoeker niet voldoende inlichtingen had gegeven over de tijdstippen waarop zijn schulden waren ontstaan en dat hij geen verklaring kon geven voor het ontstaan van zakelijke schulden na de beëindiging van zijn bedrijf. Ook bleek het schuldenoverzicht dat hij had overgelegd niet te kloppen, wat volgens de rechtbank had moeten worden gecontroleerd voordat het verzoek werd ingediend.
Verzoeker ging in hoger beroep bij het hof Arnhem-Leeuwarden, dat op 15 april 2013 het vonnis van de rechtbank bekrachtigde. Het hof oordeelde dat de goede trouw van verzoeker niet voldoende aannemelijk was gemaakt en dat de oordelen van het hof feitelijke aard waren, wat betekent dat deze alleen in cassatie konden worden aangevochten als ze niet begrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd waren. Het hof had vastgesteld dat verzoeker in 2008 al had moeten beseffen dat twee grote debiteuren hun facturen niet zouden betalen, en dat hij vanaf het laatste kwartaal van 2008 geen motorrijtuigenbelasting meer kon betalen, wat duidde op een gebrek aan cashflow.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad concludeerde dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk was op basis van artikel 80a RO, omdat de middelen in wezen vroegen om een herbeoordeling van de feiten door de Hoge Raad, wat niet mogelijk is. De conclusie was dat de middelen falen en het verzoek tot cassatie niet kan worden ingewilligd.