ECLI:NL:PHR:2013:CA3316
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Machielse
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep op basis van artikel 80a RO
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 juni 2013 uitspraak gedaan in het cassatieberoep met nummer 12/03767. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden heeft in zijn conclusie aangegeven dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De advocaat van de verdachte, Mr. G.J. Boven, heeft twee middelen van cassatie voorgesteld. Het eerste middel is een feitelijk vertoog tegen een gemotiveerd oordeel van het Hof, maar dit middel is evident kansloos. Het tweede middel betreft de stelling dat het Hof verplicht was om in te gaan op een Meer- en Vaartverweer. Echter, er wordt niet duidelijk gemaakt welk verweer is gevoerd en waarom het oordeel van het Hof op dit punt tekort zou schieten. Dit leidt tot de conclusie dat, voor zover er al sprake is van een cassatiemiddel, dit duidelijk tevergeefs is voorgesteld. De Hoge Raad oordeelt dat beide middelen geen behandeling in cassatie rechtvaardigen en verklaart het cassatieberoep niet-ontvankelijk op basis van artikel 80a RO.