ECLI:NL:PHR:2013:CA3319
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Knigge
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen ongegrond verklaard bezwaarschrift tegen dagvaarding in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door de verdachte tegen een beschikking van het Gerechtshof te Leeuwarden, waarin het door de verdachte ingediende bezwaarschrift tegen de dagvaarding ongegrond is verklaard. De verdachte was op 17 februari 2012 gedagvaard voor een regiezitting op 16 maart 2012, waarbij hem deelname aan een criminele organisatie werd ten laste gelegd. De verdachte diende een bezwaarschrift in, waarin hij aanvoerde dat er geen bewijs was voor strafbaar handelen en dat eerdere beslissingen van de rechter-commissaris en de rechtbank in zijn voordeel waren. De officier van justitie stelde echter dat het dossier nog niet compleet was.
De rechtbank oordeelde op 16 maart 2012 dat het hoogst onwaarschijnlijk was dat de strafrechter tot een bewezenverklaring zou komen en verklaarde het bezwaarschrift gegrond. De officier van justitie ging in hoger beroep. Het Hof oordeelde dat de raadsman ten onrechte stelde dat het Hof alleen de stukken mocht beoordelen die ten tijde van de behandeling in raadkamer beschikbaar waren. Het Hof was van mening dat het ook nieuwe stukken, waaronder 107 ordners, in zijn beoordeling moest betrekken. Het Hof vernietigde de beschikking van de rechtbank en verklaarde het bezwaarschrift alsnog ongegrond.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad concludeert dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat het bezwaarschrift moest worden beoordeeld op basis van de actuele stand van zaken. De argumenten van de verdachte dat het Hof onvoldoende gemotiveerd zou zijn geweest in zijn oordeel, worden verworpen. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat er geen gronden zijn voor cassatie en dat het beroep moet worden verworpen.