Conclusie
“A.
B.
Nadere overwegingen omtrent het bewijs
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de cassatie van een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, waarin de verzoekster is veroordeeld voor het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal van elektriciteit. De verzoekster, die op 7 maart 2012 in Geleen 97 hennepplanten teelde, werd door het Hof veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. De verzoekster heeft cassatie ingesteld, waarbij zij aanvoert dat het Hof de bewezenverklaring van de diefstal van elektriciteit ontoereikend heeft gemotiveerd. Het Hof heeft echter vastgesteld dat de verzoekster de elektriciteit illegaal heeft afgenomen ten behoeve van de hennepkwekerij, en dat zij op de hoogte was van het illegale karakter van deze handelingen. De Hoge Raad oordeelt dat de bewijsconstructie van het Hof niet onbegrijpelijk is en dat de verzoekster als pleger van de hennepteelt en diefstal van elektriciteit kan worden aangemerkt. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat het beroep in cassatie moet worden verworpen, omdat de verzoekster geen belang heeft bij cassatie gezien de opgelegde straf niet onredelijk is en de bewijsvoering voldoende is onderbouwd.