4.1. Het middel klaagt over de gegrondverklaring van het beklag. Op basis van de beslissing van de Rechtbank zou aan klaagster een hoger bedrag moeten worden teruggeven dan destijds onder haar in beslag is genomen, aldus de steller van het middel.
4.2. Het gaat hier om het volgende. Op 29 november 2012 is op de voet van art. 94 Sv onder klaagster onder meer beslag gelegd op een contant geldbedrag bestaande uit twee bundels met de respectievelijke IBN-code F1189.01.03.011 (Bundel geld (1)) en F1189.01.03.022 (Bundel geld (2)). Het klaagschrift strekt tot opheffing van het beslag op deze geldbundels. Gedurende de onderhavige beklagprocedure is gebleken dat het openbaar ministerie zich niet langer verzet tegen de teruggave van het onder klaagster in beslag genomen geldbedrag. Er bestaat echter verschil van mening over de hoogte van het in beslag genomen geldbedrag. Tijdens de behandeling in raadkamer van 4 juni 2013 heeft de raadsman van klaagster zich op het standpunt gesteld dat de som van de twee inbeslaggenomen geldbundels bij elkaar een bedrag van € 24.960,- bedraagt. Volgens het openbaar ministerie vertegenwoordigen de in beslag genomen bundels geld echter een bedrag van € 24.060,--. Het openbaar ministerie heeft dat bedrag – van € 24.060,-- inmiddels aan klaagster teruggeven. Daarmee was de kous niet af, want klaagster wilde ook de volgens haar resterende € 900,- terug.
4.3. In het proces-verbaal van de raadkamerbehandeling van 9 juli 2013 wordt de tussen het openbaar ministerie en de raadsman van klaagster gevoerde discussie over de hoogte van het in beslag genomen bedrag weergegeven. Dat proces-verbaal vermeldt onder meer het volgende:
“
De officier van justitievoert het woord ter gelegenheid van het requisitoir en deelt daarbij haar standpunt mede:
Er is een nader proces-verbaal van bevindingen opgemaakt waarin de hoogte van het in beslag genomen geldbedrag duidelijk wordt aangegeven. Op grond van het proces-verbaal is gebleken dat het in beslag genomen geldbedrag overeenkomt met het bedrag genoemd in de kennisgeving van inbeslagname. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat een bedrag van € 24.960,= in beslag is genomen. Het Openbaar Ministerie meent dat het om een bedrag van € 24.060,= gaat. Derhalve zit er nog steeds een verschil van € 900,=. Het Openbaar Ministerie persisteert bij het geldbedrag zoals vastgesteld in het aangehaalde proces-verbaal van bevindingen.
De advocaatdeelt als reactie op het standpunt van de officier van justitie mede:
Het standpunt van de klaagster is dat er in totaal een bedrag van € 24.960,= in beslag is genomen. Inmiddels heeft het Openbaar Ministerie een bedrag van € 24.060,= aan de klaagster teruggegeven. Het klaagschrift ziet thans op het resterende bedrag van € 900,=. Er is dus ook niet langer een discussie of het strafvorderlijk belang zich tegen teruggave van het geld aan de klaagster verzet. Wegens de door klaagster zeer zwaarwegende redenen is zij vandaag niet aanwezig. Zij is stellig dat het bedrag van € 24.960,= in de envelop zat. Er bevindt zich in mijn stukken een brief van mr. Herrewijnen die deel uitmaakt van het proces-verbaal dat ik van het Openbaar Ministerie heb ontvangen.
De rechterdeelt mede dat laatstgenoemde brief zich niet in de stukken van de rechtbank bevindt.
De advocaat legt een kopie van de brief aan mr. Herrewijnen aan de rechter over.
De advocaatdeelt mede:
Op deze brief staat dat de telling van 50 brieven van € 20,= niet is meegenomen in de optelsom. Dat kan het verschil van € 900,= uitleggen. Dat later een nader proces-verbaal is opgemaakt, maakt de zaak niet anders. Men weet niet waar het verschil van € 900,= is gebleven. Ik stel mij op het standpunt dat het Openbaar Ministerie heeft nagelaten het gehele bedrag aan de klaagster terug te geven.”
4.4. De Rechtbank heeft het beklag, voor zover dat nog betrekking had op het bedrag van € 900,=, vervolgens gegrond verklaard. Daartoe overwoog de Rechtbank als volgt.
“Bij het beoordelen van een beklag op grond van artikel 94 Sv dient als maatstaf of het belang van strafvordering vordert dat het beslag wordt voortgezet.