ECLI:NL:PHR:2015:2468
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Vellinga
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis wegens persoonsverwisseling in drugszaken
In deze zaak betreft het een aanvraag tot herziening van een vonnis van de politierechter in de Rechtbank Limburg, waarbij de aanvrager op 7 november 2014 was veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De aanvrager, die ten onrechte was veroordeeld, stelt dat hij niet de persoon is die de strafbare feiten heeft gepleegd, maar dat zijn tweelingbroer, [betrokkene 1], verantwoordelijk is voor de feiten die hem ten laste zijn gelegd. De aanvraag tot herziening is ingediend door mr. L.N. Geerman, advocaat te Sittard, en is gebaseerd op bewijsstukken die de persoonsverwisseling ondersteunen, waaronder identiteitsbewijzen en processen-verbaal van politie.
De aanvraag tot herziening is gegrond verklaard, waarbij de Hoge Raad heeft vastgesteld dat er ernstige twijfels zijn over de juistheid van het eerdere vonnis. De conclusie van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad is dat de Hoge Raad de aanvraag gegrond zal verklaren en de zaak zal verwijzen naar een gerechtshof voor herbehandeling. Dit besluit is van groot belang voor de aanvrager, die ten onrechte is veroordeeld en nu de kans krijgt om zijn onschuld te bewijzen. De zaak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid in strafzaken, vooral wanneer het gaat om identiteitskwesties en de gevolgen van een onterecht vonnis.