Conclusie
2.Procesverloop
3.Bespreking van het cassatiemiddel
onzekere betalingdoor de Russische bank, af te zien van de facturering van de bedragen door Etirc aan Riro Ventures (zie rov. 2.8 tweede tussenarrest, rov. 2.4 derde tussenarrest en rov. 2.25 eindarrest). In het eindarrest heeft het hof geoordeeld dat het optreden [eiser] c.s. vanwege het niet-factureren en niet-innen van de aan Etirc toekomende bedragen, in de omstandigheden van dit geval als een onbehoorlijke taakvervulling dient te worden beschouwd, en dat [eiser] c.s. ter zake ook persoonlijk een ernstig verwijt treft (zie rov. 2.25 eindarrest). Deze oordelen geven geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en zijn ook niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd. Onderdelen 1.3 en 1.4 worden dan ook tevergeefs voorgesteld.
onwilom de Consultants te voldoen (zie onder meer rov. 3.8 eerste tussenarrest). Verder heeft het hof geoordeeld dat het in het licht van het reeds gevoerde partijdebat op de weg van [eiser] c.s. lag om (in het kader van hun betwisting van de stellingen van de Consultants) voldoende concreet te onderbouwen dat zij binnen de grenzen van de in art. 2:9 BW bedoelde redelijke taakvervulling hebben gedaan wat mogelijk en noodzakelijk was om te bewerkstelligen dat Etirc alle bedragen die Riro Ventures krachtens de overeenkomst van 7 september 2008 verschuldigd was daadwerkelijk kon innen (zie rov. 3.30 eerste tussenarrest). Deze en de overige met onderdelen 1.6(a) t/m 1.6(c) bestreden oordelen geven geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en ook niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd.
onzekerebetaling door de Russische bank, af te zien van de facturering en inning door Etirc bij Riro Ventures (zie rov. 2.8 tweede tussenarrest, rov. 2.4 derde tussenarrest en rov. 2.25 eindarrest).