ECLI:NL:PHR:2016:1395
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. T.N.B.M. Spronken
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en cassatieberoep
In deze zaak gaat het om een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 13 november 2015, waarbij de verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertig maanden voor verkrachting en opzettelijke wederrechtelijke vrijheidsberoving. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld tegen dit arrest. De aanzegging van het cassatieberoep is op 9 maart 2016 aan de verdachte betekend, en de termijn voor het indienen van middelen van cassatie liep af op 9 mei 2016. Gedurende deze termijn is er echter geen schriftuur houdende middelen van cassatie ingediend. Hierdoor kan de verdachte niet in zijn cassatieberoep worden ontvangen, conform artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het ingestelde cassatieberoep. Deze zaak heeft ook samenhang met een andere zaak van een medeverdachte, die onder nummer 15/05480 bij de Hoge Raad aanhangig is.