Conclusie
middelbehelst de klacht dat het hof zijn oordeel dat sprake is van medeplegen van het voorhanden hebben van een wapen en munitie ontoereikend heeft gemotiveerd.
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de verdachte die samen met een medeverdachte op 10 november 2011 in Zwanenburg een vuurwapen en munitie voorhanden heeft gehad. De verdachte en zijn medeverdachte waren betrokken bij een crimineel plan, waarbij zij samen afspraken maakten over de te gebruiken spullen. Op de bewuste avond werden zij in een gestolen Audi A3 aangetroffen, waarin een geladen pistool van het merk Glock en munitie aanwezig waren. De verdachte heeft geen ontlastende verklaring gegeven voor de aanwezigheid van het vuurwapen en de munitie in de auto. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte zich bewust waren van de aanwezigheid van het vuurwapen en de munitie en dat zij gezamenlijk de beschikking hadden over deze wapens. De verdachte is uiteindelijk veroordeeld voor medeplegen van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie, terwijl het hof de primair ten laste gelegde voorbereidingshandelingen voor moord niet bewezen achtte. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep.