ECLI:NL:PHR:2016:581

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
19 april 2016
Publicatiedatum
5 juli 2016
Zaaknummer
14/05144
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
  • Mr. Machielse
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Profijtontneming en niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 september 2014 het vonnis van de economische kamer van de Rechtbank Haarlem van 11 juli 2008 bevestigd. In dit vonnis werd de verdachte de verplichting opgelegd om aan de Staat een bedrag van € 200.000 te betalen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De verdachte heeft cassatie ingesteld, maar er is tot op heden geen schriftuur van cassatie ingediend door een advocaat. Volgens de beschikbare gegevens is de aanzegging van artikel 435 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) al in juni 2015 gedaan. Hierdoor kan, op basis van het tweede lid van artikel 437 Sv, het beroep in cassatie niet worden ontvangen. De conclusie van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden is dan ook dat het beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Deze zaak hangt samen met nummer 14/05145 tegen dezelfde verdachte, waarin ook een conclusie is getrokken.

Conclusie

Nr. 14/05144
Mr. Machielse
Zitting 19 april 2016
Conclusie inzake:
[betrokkene] [1]
1. Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 29 september 2014 het vonnis van de economische kamer van de Rechtbank Haarlem van 11 juli 2008, waarbij de rechtbank aan verdachte de verplichting heeft opgelegd om aan de Staat een bedrag van € 200.000 te betalen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, bevestigd.
2. Verdachte heeft cassatie doen instellen, maar tot op heden is niet gebleken van indiening door een advocaat van een schriftuur van cassatie terwijl volgens de ter beschikking staande gegevens de aanzegging van artikel 435 Sv al in juni 2015 is aangezegd.
Ingevolge het tweede lid van artikel 437 Sv kan daarom het beroep in cassatie niet worden ontvangen.
3. Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden

Voetnoten

1.Deze zaak hangt samen met nr. 14/05145 tegen dezelfde verdachte, waarin ik ook vandaag concludeer.