ECLI:NL:PHR:2016:681
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Machielse
- Rechtspraak.nl
Afwijzing getuigenverzoek in strafzaak belaging met onduidelijke motivering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 december 2014 de verdachte veroordeeld voor belaging tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast zijn er vrijheidsbeperkende maatregelen opgelegd en is er een schadevergoedingsmaatregel vastgesteld. De advocaat van de verdachte, Mr. A. Mulder, heeft cassatie ingesteld, waarbij Mr. G. Spong drie middelen van cassatie heeft ingediend. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere feiten die de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer, aangeduid als [betrokkene 1], hebben geschonden. Dit omvat onder andere het bemoeilijken van de toegang tot de woning van [betrokkene 1], het onheus aanspreken van bezoekers, en het verstoren van nutsvoorzieningen. Het hof heeft het verzoek van de verdediging om getuigen te horen afgewezen, wat in cassatie ter discussie is gesteld. De Hoge Raad oordeelt dat de afwijzing van het getuigenverzoek door het hof onvoldoende gemotiveerd was, waardoor het niet begrijpelijk was. De conclusie van de Hoge Raad is dat de zaak moet worden terugverwezen naar het gerechtshof voor herbehandeling, waarbij de redelijke termijn is geschonden. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de motivering van het hof tekortschiet en dat de bezwaren van de verdediging niet voldoende zijn behandeld.