ECLI:NL:PHR:2017:1044
Parket bij de Hoge Raad
- G. Knigge
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van inbeslaggenomen auto en niet-ontvankelijkheid van klager in beklag
In deze zaak gaat het om een beklag van een klager betreffende de inbeslagname van zijn auto, een Toyota Starlet, die op 2 juli 2016 in beslag is genomen onder zijn ex-partner en dochter. De klager stelt dat zijn zoon de eigenaar van de auto is. De rechtbank Overijssel heeft op 5 oktober 2016 het beklag ongegrond verklaard. De officier van justitie heeft medegedeeld dat de auto inmiddels is vernietigd vanwege hoge stallingskosten en de geringe waarde van de auto, die op € 450,- is geschat. De klager en zijn raadsvrouw hebben bezwaar gemaakt tegen de vernietiging van de auto en verzocht om schadevergoeding gelijk aan de waarde van de vernietigde auto.
De Hoge Raad heeft in deze zaak geoordeeld dat het beslag op de auto reeds was beëindigd ten tijde van de beslissing op het klaagschrift, omdat de officier van justitie de machtiging tot vernietiging had verleend. Hierdoor had de rechtbank de klager niet-ontvankelijk moeten verklaren in zijn beklag. De conclusie van de advocaat-generaal is dat de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd moet worden en dat de klager alsnog niet-ontvankelijk verklaard moet worden in zijn beklag. De zaak is van belang voor de toepassing van de artikelen 94, 117 en 134 van het Wetboek van Strafvordering, die betrekking hebben op de inbeslagname en vernietiging van voorwerpen.