ECLI:NL:PHR:2017:1108
Parket bij de Hoge Raad
- A.J. Machielse
- Rechtspraak.nl
Mensenhandel en medeplegen van mishandeling met bewijs- en cassatieklachten
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 december 2015 de verdachte veroordeeld voor mensenhandel, meermalen gepleegd, en medeplegen van mishandeling. De verdachte heeft cassatie ingesteld, waarbij mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, drie middelen van cassatie heeft ingediend. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 4 juli 2017 geoordeeld dat de eerste twee middelen terecht zijn voorgesteld, maar dat de verbeterde lezing van de bewezenverklaring van feit 1 en feit 4 meer subsidiair de grondslag aan deze middelen doet vervallen. Het derde middel is gegrond, wat leidt tot een vermindering van de opgelegde straf. De Hoge Raad heeft geen ambtshalve gronden aangetroffen die tot vernietiging van de uitspraak zouden moeten leiden.
De zaak betreft de verdachte die opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander met een derde tegen betaling, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich door geweld of andere feitelijkheden beschikbaar stelde tot het plegen van die handelingen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaren. Het hof heeft ook vorderingen van benadeelde partijen toegewezen en schadevergoedingsmaatregelen opgelegd.
De middelen van cassatie richtten zich onder andere tegen de veroordeling voor feit 4, waarbij het hof oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend was bewezen dat hij in de periode van 1 september 2011 tot en met 6 september 2011 te Huizen met anderen de armen van het slachtoffer op haar rug heeft vastgebonden. Het hof heeft de verklaring van het slachtoffer als voldoende onderbouwd beschouwd, maar de bewijsvoering voor de periode en de betrokkenheid van anderen ontbrak. De Hoge Raad heeft de bewezenverklaring verbeterd gelezen, maar dit had geen invloed op de strafrechtelijke betekenis van het bewezenverklaarde. De schending van de redelijke termijn in cassatie heeft geleid tot een vermindering van de opgelegde straf.