ECLI:NL:PHR:2017:1180
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. G. Knigge
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van het cassatieberoep en bewijsvoering inzake growshopverbod onder de Opiumwet
In deze zaak gaat het om de beoordeling van een cassatieberoep dat is ingesteld door de verdachte, die eerder door het gerechtshof Den Haag was veroordeeld voor het voorhanden hebben van voorwerpen die bestemd waren voor het plegen van strafbare feiten onder de Opiumwet. De verdachte had een growshop en werd op 19 maart 2015 betrapt met twee koolstoffilters en een henneptent in zijn pand. De Hoge Raad moest zich buigen over de vraag of de beperking van het cassatieberoep, die door de verdachte was ingesteld, toelaatbaar was. De conclusie was dat deze beperking niet toelaatbaar was, omdat de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf nauw samenhangt met de straftoemeting. Hierdoor kon de Hoge Raad de verdachte in zijn cassatieberoep ontvangen.
Daarnaast werd de bewijsvoering tegen de verdachte onder de loep genomen. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring niet voldoende was onderbouwd. De verdediging had aangevoerd dat de aangetroffen goederen beschadigd waren en niet meer bestemd waren voor beroepsmatige hennepteelt. De Hoge Raad concludeerde dat uit de gebezigde bewijsmiddelen niet kon worden afgeleid dat de verdachte wist dat de voorwerpen bestemd waren voor het plegen van strafbare feiten. Dit leidde tot de vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het gerechtshof voor een nieuwe beoordeling.