ECLI:NL:PHR:2017:1272
Parket bij de Hoge Raad
- A.J. Machielse
- Rechtspraak.nl
Sociale zekerheidsfraude en de berekening van het benadelingsbedrag in het kader van de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude
In deze zaak gaat het om sociale zekerheidsfraude waarbij de verdachte is veroordeeld voor het opzettelijk nalaten om tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, wat heeft geleid tot een onterecht ontvangen uitkering. Het gerechtshof Den Haag bevestigde het vonnis van de rechtbank, waarin de verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van 100 uur. De verdachte heeft cassatie ingesteld, waarbij de advocaat twee middelen van cassatie heeft ingediend. De kern van de zaak draait om de vraag of het benadelingsbedrag moet worden berekend op basis van bruto of netto bedragen, in het kader van de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in de vervolging, omdat het benadelingsbedrag verkeerd is berekend. De Hoge Raad oordeelt dat de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude het nadeel definieert als het brutobedrag dat ten onrechte is ontvangen. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof en wijst de zaak terug voor verdere behandeling. De zaak roept belangrijke vragen op over de interpretatie van de Aanwijzing en de criteria voor strafvervolging in gevallen van sociale zekerheidsfraude.