ECLI:NL:PHR:2017:168

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
24 januari 2017
Publicatiedatum
21 maart 2017
Zaaknummer
16/01510
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
  • W.H. Vellinga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beklag tegen beslag en niet-ontvankelijkheid in cassatie

In deze zaak betreft het een beklag tegen beslag, zoals geregeld in artikel 552b van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De Hoge Raad heeft op 24 januari 2017 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 16/01510. De klager heeft geen schriftuur houdende middelen van cassatie ingediend binnen de wettelijke termijn, waardoor hij niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn beroep in cassatie. Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak niet inhoudelijk zal behandelen. De rechtbank Den Haag had eerder op 23 februari 2016 het beklag van de klager tegen de verbeurdverklaring van een geldbedrag van € 3.789,00 en een auto (Volkswagen Polo, kenteken [AA-00-AA], kleur zwart) ongegrond verklaard. Er is samenhang met een andere zaak, genummerd 16/01158, waarin ook een conclusie is getrokken. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad, Mr. Verploegh, heeft in deze zaak geen cassatiemiddelen ingediend, wat bijdraagt aan de niet-ontvankelijkheid van de klager.

Conclusie

Nr. 16/01510 B
Zitting: 24 januari 2017
Mr. W.H. Vellinga
Conclusie inzake:
[klager]
Bij beschikking van 23 februari 2016 heeft de rechtbank Den Haag het beklag tegen de verbeurdverklaring van een geldbedrag van € 3.789,00 en een auto, Volkswagen Polo, kenteken [AA-00-AA], kleur zwart, ongegrond verklaard.
Er bestaat samenhang tussen de zaken met de nummers 16/01510 en 16/01158. In beide zaken zal ik vandaag concluderen.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de klager. Namens hem zijn geen middelen van cassatie voorgesteld. [1]
4. Nu klager niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, kan klager in het beroep in cassatie niet worden ontvangen.
5. Deze conclusie strekt er toe dat klager niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn beroep in cassatie.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG

Voetnoten

1.Mr. Verploegh heeft zich bij brief van 6 april 2016 gesteld als advocaat en heeft bij brief van 13 mei 2016 de Hoge Raad geïnformeerd dat in de onderhavige zaak geen cassatiemiddelen zullen worden ingediend.