3.7.De door het hof gebezigde bewijsmiddelen houden, voor zover van belang, het volgende in:
“3. Een verslag, zaaknummer 2013.08.16.016, sectienummer 2013-241, behorend bij politie-registratienummer 2013-051682 (doorgenummerde bladzijden FD: 230 tot en met 242), van het Nederlands Forensisch Instituut van 5 november 2013 met bijlage, opgemaakt door B. Kubat, arts en patholoog. Dit verslag houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Bij de sectie op het lichaam van [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 1961, is het navolgende gebleken:
1. magere, blanke man (lichaamsgewicht 63 kg, lichaamslengte 177 cm).
2. verspreid over het gehele lichaam zeer veel overwegend roodpaarse en deels zeer uitgebreide onderhuidse bloeduitstortingen en oppervlakkige huidbeschadigingen met indroging, waaronder letsels aan het gelaat en aan de slijmvliezen van de lippen, bloedcollecties in de weefsels van beide oorschelpen passend bij een verse bloeduitstorting, bloeduitstortingen in de weke delen en spieren van de rug en uitgebreide bloeduitstortingen aan beide bovenarmen,
3. vele dagen tot weken oude ribbreuken met tekenen van genezing van ribben 1, 4 t/m 6, 8 t/m 9 links én 2 rechts,
4. verse (minder dan 1 dag oude) ribbreuken met uitgebreide omgevende bloeduitstortingen van ribben 3 en 7 t/m 9 links en 3 t/m 6 en 11 rechts,
5. breuk ter plaatse van het bovenste deel van het borstbeen met omgevende bloeduitstorting,
6. breuk van het neusbeen, breuk van de bovenkaak rechts,
7. uitgebreide diep in het leverweefsel reikende verscheuring over de gehele breedte van de onderzijde van de rechterleverkwab, deels gelegen onder de losgescheurde galblaas en deels bedekt met bloedstolsels, bloeduitstorting rond dit letsel; ouderdom van dit letsel vastgesteld op basis van één voorhanden publicatie (kopie is bijgesloten) zou zijn vele minuten tot uren (70-360 min),
8. 1200 ml bloed en stolsels in de buikholte,
9. weinig lijkvlekken, bleke slijmvliezen en inwendige organen en weinig bloed in de bloedsomloop
11. onderzoek naar de ouderdom van een aantal huidletsels (letseldatering) toonde het volgende aan:
• bloeduitstorting op de linkerwang en de ontvelling op de rug: enkele uren oud doch waarschijnlijk niet ouder dan 5-6 uren
letsel laag op de borst links en rechts op de rug: meerdere dagen oud
• klieving voorhoofd: meerdere tot tientallen minuten oud,
12. gelokaliseerde traumatische beschadiging van de lange zenuwuitlopers in de hersenen opgetreden maximaal circa V2 dag voor het overlijden.
Bij de sectie waren er zeer veel en zeer uitgebreide bloeduitstortingen en oppervlakkige beschadigingen verspreid over het hele lichaam (2). Deze waren het gevolg van veelvuldig opgetreden inwerking van uitwendig mechanisch botsend geweld zoals kan optreden ten gevolge van vallen, (zich) stoten, stevig vastpakken, geschopt of geslagen worden. De letsels waren verschillend van ouderdom gelet op de uitslagen van de letseldatering (11). Er waren talrijke recente en oude botbreuken (3-6) hetgeen past bij herhaaldelijke inwerking van uitwendig mechanisch botsend geweld, bijvoorbeeld ten gevolge van vallen, geschopt of geslagen worden. Onder meer waren er recente breuken van de ribben en het borstbeen (4, 5) die het gevolg waren van inwerking van uitwendig mechanisch botsend of samendrukkend geweld. Zij waren bij leven ontstaan, waarschijnlijk gelijktijdig met (een deel van) de letsels onder 2. De geweldsinwerking op het hoofd was ernstig, gelet op het gegeven dat deze geleid heeft tot traumatische beschadiging van hersenstructuren (12).
De grote hoeveelheid en variabele ouderdom van de uitwendig zichtbare en de inwendige letsels was opvallend. Een dergelijk beeld kan onder meer worden gezien in het kader van herhaaldelijke/structurele mishandeling.
Er was een zeer uitgebreid letsel aan de lever (7) dat het gevolg was van inwerking van heftig uitwendig botsend geweld op de leverstreek (onderrand borstkas/bovenrand buik rechts).
De leverscheur heeft geleid tot uitgebreide bloeding in de buikholte (8) en tot verbloeding. Volgens de bijgesloten publicatie zou de ouderdom van het leverletsel op basis van de microscopische kenmerken worden geschat op 1 tot 6 uren oud. Hierbij dient echter benadrukt te worden dat dit de enige (de rapporteur bekende) gepubliceerde studie is ten aanzien van de bepaling van de ouderdom van leverletsels.
De bloeduitstortingen hebben eveneens bijgedragen aan de verbloeding. De bevindingen sub 9 passen bij verbloeding.
Conclusie
Het overlijden van [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 1961, wordt volledig verklaard door verbloeding opgetreden ten gevolge van een zeer uitgebreid traumatisch leverletsel al dan niet in combinatie met uitgebreide bloeduitstortingen in de onderhuidse weefsels en spieren.
4. Een verslag, zaaknummer 2013.08.16.016, [slachtoffer] [geboortedatum] , behorend bij politie- registratienummer 2013051682 (doorgenummerde bladzijden FD: 380 tot en met 396), van het Nederlands Forensisch Instituut van 25 november 2013, opgemaakt door D. Botter, forensisch arts KNMG Dit verslag houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Beantwoording vraagstelling m.b.t de letsels aan lever en galblaas
Ad vraag 5.Zijn de grote hoeveelheid onderhuidse bloeduitstortingen aangetroffen op het lichaam van het slachtoffer van invloed op de uitstroom van bloed uit de verscheuring aan de onderzijde van de rechter leverkwab?
Gezien de grote hoeveelheid bloeduitstortingen elders in het lichaam, in combinatie met het in de buik aangetroffen bloedverlies, kan niet worden uitgesloten dat er dientengevolge sprake was van stollingsstoornissen, waardoor mogelijk sneller een bepaald volume bloed kan zijn verloren dan wanneer sprake was van intacte stollingscapaciteit.
Ad vraag 6: Is de verscheuring aan de onderzijde van de rechter leverkwab in één keer ontstaan als gevolg van geweldsinwerking van buitenaf, of kan de leverscheur oorspronkelijk kleiner zijn geweest en door beweging groter zijn geworden (lopen, fietsen door het slachtoffer zelf, dan wel door trekken en duwen aan het lichaam door een andere persoon)?
De verscheuring van de lever is zeer waarschijnlijk in één tempo ontstaan en niet in tweede instantie op een later moment groter geworden (tenzij sprake was van meerdere gelijksoortige krachtige geweldsinwerkingen zoals bijvoorbeeld herhaald slaan, stompen of schoppen).
Ad vraag 8: Hoe kan een dergelijk levertrauma zijn ontstaan en hoeveel kracht/energie is daarvoor nodig?
Uit de medisch wetenschappelijke literatuur en uit de praktijkervaring blijkt dat verscheuring van leverweefsel met tevens losscheuren (‘avulsie’) van de galblaas een weinig voorkomend letsel is. Indien dit letsel, optreedt in het kader van stomp buiktrauma, dan is hiervoor bij een tevoren gezond slachtoffer een zeer krachtige geweldsinwerking vereist.
Ad vraag9: Wat zegt de locatie van het levertrauma (verscheuring aan de onderzijde van de rechter leverkwab») over de manier waarop het trauma kan zijn ontstaan?
Voor de biomechanische interpretatie van het buiktrauma is naast het leverletsel ook de zeldzaam voorkomende losscheuring van de galblaas van belang. Deze letsels zijn gezamenlijk zeer waarschijnlijk door eén krachtige stompe geweldsinwerking opgeleverd. Verscheuring van leverweefsel impliceert een grote krachtsinwerking tegen de borst of buik in de directe nabijheid van de lever. De afwezigheid van uitwendig waarneembare kneuzing van huid of bloeduitstortingen sluit een dergelijke krachtsinwerking geenszins uit. In de directe nabijheid van de lever was echter sprake van meerdere verse ribbreuken, namelijk van de 3e, 4e, 5e, 6e en 11e rib.
Beantwoording vraagstellingen met betrekking tot de bevindingen bij reanimatie.
Ad vraag 10: Leefde het slachtoffer nog op het moment dat ambulancepersoneel de reanimatie startte?
Het feit dat er na een tijd reanimeren nog even een beperkte elektrische actie kon worden opgewekt (waarschijnlijk door adrenaline) pleit ervoor dat de hartstilstand zeker niet langer dan een half uur heeft bestaan, waarschijnlijk nog korter (één uur is een zeer veilige marge).
Ad vraag 17: Gaarne aan de hand van de vragen een zo nauwkeurig mogelijk tijdstip van overlijden berekenen.
Bij de berekening van het tijdstip van overlijden dient tevens rekening te worden gehouden met de bij sectie op het lichaam van [slachtoffer] geconstateerde leverscheur en de duur waarmee (volgens de uitleg van de trauma-arts) nog geleefd kan worden met een dergelijke leverscheur.
De meest nauwkeurige benadering van het tijdstip van overlijden volgt uit de analyse van ECG-registraties die tijdens de reanimatie zijn vervaardigd.
Om 09.29.23 uur werd voor het eerst elektrische activiteit op het ECG waargenomen, zonder mechanische pompwerking. Er kan worden aangenomen dat er op dat tijdstip meest waarschijnlijk korter dan een half uur sprake was van hartstilstand (waarbij cardioloog Koster een zeer veilige marge aangeeft van 1 uur). Dit impliceert dat het overlijden heeft plaatsgevonden na 08.59 uur en voor 09.25 uur (met als zeer veilige marge: na 08.29 uur).
5. Een verslag, zaaknummer 2013.08.16.016, sectienummer 2013-241, behorend bij politie- registratienummer 2013051682 (doorgenummerde bladzijden FD: 483 tot en met 485), van het Nederlands Forensisch Instituut van 9 december 2013, opgemaakt door B. Kubat, ’ voornoemd, betreffende aanvullende vragen bij sectie 2013-241. Dit verslag houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Verder kan worden gesteld dat:
- omdat er tekenen van reactie waren rond het leverletsel van [slachtoffer] dit letsel bij leven was ontstaan,
- het slachtoffer is na het oplopen van dit letsel nog enige tijd in leven geweest (al dan niet in toestand van verlaagd/afwezig bewustzijn),
- volgens de aangehaalde publicatie is het letsel ongeveer 72 tot 360 minuten voor het overlijden opgetreden, echter,
- hierbij dient te worden opgemerkt dat gezien het feit dat de aangetroffen aantallen ontstekingscellen rond de leverscheur niet zeer hoog was, het iets waarschijnlijker is dat de tijdsduur tussen het oplopen van het letsel en het overlijden eerder vroeg in het tijdssegment was (rond de tijd van de ondergrens van 72 minuten) dan dat het later in het tijdssegment (rond de tijd van de bovengrens van 360 minuten) was. De mate van deze waarschijnlijkheid is niet nader aan te geven.
Bij de sectie werden zeer veel verschillend oude letsels aan verschillende structuren (skelet, lever, huid, hersenen) gevonden. De huidletsels en ribbreuken waren op uiteenlopende plaatsen en aan beide zijden van het lichaam aanwezig. Waar mogelijk is de ouderdom van deze letsels getracht te bepalen middels de bekende methoden. Naast oude letsels werden ook verse beschadigingen aangetroffen (huidletsels, ribbreuken, leverletsel en hersenletsel). Ervan uitgaande dat deze letsels min of meer gelijktijdig waren ontstaan, onder de door de verbalisant gemelde omstandigheden, is het zeer veel waarschijnlijker dat deze letsels een niet accidentele oorzaak hebben dan dat zij een accidentele oorzaak hebben.”