Conclusie
[verdachte]
Witwassen (feit 6)
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 31 maart 2015 de verdachte veroordeeld voor meerdere feiten, waaronder mensenhandel en witwassen, tot een gevangenisstraf van acht jaar. De verdachte heeft cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaten drie middelen van cassatie hebben ingediend. De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat het eerste middel gegrond is, terwijl het tweede middel geen belang voor de verdachte oplevert. Het derde middel betreft de vervangende hechtenis die aan de schadevergoedingsmaatregelen is verbonden, welke door het hof te hoog is vastgesteld. De Hoge Raad heeft de duur van de vervangende hechtenis zelf verminderd tot het wettelijk maximum van een jaar. De zaak betreft ook de vraag of het verwerven van geld afkomstig uit eigen misdrijf kan worden gekwalificeerd als witwassen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de bewezenverklaring van het verwerven en omzetten van geld, terwijl de verdachte wist dat het van misdrijf afkomstig was, voldoende is voor de kwalificatie van witwassen. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot vermindering van de opgelegde straf en aanpassing van de vervangende hechtenis.