Conclusie
in de woning bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen”, veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van twintig uren, subsidiair tien dagen hechtenis.
1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte (pagina 80 t/m 82) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -als verklaring van [betrokkene 1] :
Overweging met betrekking tot het bewijs van het onder 2 tenlastegelegde
Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.’’
De Hoge Raad acht het bovendien mogelijk dat ook uit de (zeer bijzondere) omstandigheden van het geval kan blijken dat het betreffende binnentreden tegen de onmiskenbare wil van de rechthebbende in gaat, ook al heeft deze zich niet uitdrukkelijk in woord of ‘daad’ tegen verklaard”, aldus Fokkens. [4]