ECLI:NL:PHR:2018:492
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Tijdige indiening van cassatieschriftuur in strafzaken
In deze zaak, die betrekking heeft op een cassatieberoep, is de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep omdat de cassatieschriftuur te laat is ingediend. De Hoge Raad heeft op 27 maart 2018 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 16/04859. De verdachte was eerder door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, wegens meerdere strafbare feiten, waaronder bedreiging en handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. De advocaat van de verdachte, Mr. M.D. Rijnsburger, had vijf middelen van cassatie voorgesteld. Echter, de aanzegging van de betekening van de aanzegging was op 16 maart 2017 gedaan, en de schriftuur had uiterlijk op 15 mei 2017 ingediend moeten worden. Dit is niet gebeurd; de schriftuur kwam pas op 16 mei 2017 per fax en op 17 mei 2017 per brief bij de Hoge Raad binnen. Hierdoor kon de Hoge Raad de verdachte niet in zijn cassatieberoep ontvangen. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft opgemerkt dat 15 mei 2017 geen algemeen erkende feestdag was, wat de termijn voor indiening niet beïnvloedde. De zaak heeft ook samenhang met een andere zaak tegen een medeverdachte, die onder nummer 16/04547 valt.