De rechtbank heeft haar beslissing tot ongegrondverklaring van het klaagschrift van de klager als volgt gemotiveerd:
“De rechtbank gaat bij de beoordeling van het onderhavige beklag uit van de navolgende feiten en omstandigheden:
1. onder klager zijn op 25 juni 2014 in beslag genomen:
- de goederen zoals vermeld op aangehechte kennisgeving van inbeslagneming (bijlage 1);
2. klager heeft geen afstand gedaan van hetgeen in beslag is genomen;
3. bij vonnis van de Meervoudige Strafkamer in deze rechtbank van 30 juni 2015 is klager veroordeeld ter zake van oplichting. Op het beslag is toen geen beslissing gegeven.
Overwegingen
Maatstaf bij de beoordeling van het onderhavige klaagschrift is of het belang van
strafvordering zich verzet tegen teruggave van hetgeen bij klager in beslag is genomen. Nu beslag is gelegd op de voet van artikel 94 Sv is daarbij in dit geval van belang of het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de voorwerpen verbeurd zullen worden verklaard op grond van artikel 33a, tweede lid onder b WvSr, dan wel door de officier van justitie op grond van haar toekomende bevoegdheden zullen worden vernietigd.
De raadsvrouw van klager heeft in raadkamer ter aanvulling op het klaagschrift aangevoerd dat klager eigenaar is van alle voorwerpen die zijn genoemd in de Kennisgeving van inbeslagneming en dat hij daarvan geen afstand heeft gedaan. Ook is een laptop met toebehoren in beslag genomen, maar daarvan is geen Kennisgeving van inbeslagneming opgemaakt.
De officier van justitie heeft zich verzet tegen teruggave en daartoe aangevoerd dat op de Kennisgeving van inbeslagneming is vermeld dat van de goederen geen eigenaar bekend is of is geworden. Om deze redenen zijn deze goederen inmiddels vernietigd.
Klager meldt pas in een aanvulling op het klaagschrift dat alle goederen, genoemd in de Kennisgeving inbeslagneming, zijn eigendom zijn. Voorts heeft klager bij de politie verklaard dat hij afstand doet van alle in zijn voertuig aangetroffen goederen. Daaronder vallen ook de goederen zoals vermeld op de Kennisgeving inbeslagneming.
Van de laptop met toebehoren is geen Kennisgeving van inbeslagneming. Het dient er dan ook voor gehouden te worden dat een dergelijk voorwerp niet in beslag is genomen. Het klaagschrift dient derhalve ongegrond te worden verklaard, aldus de officier van justitie.
Hetgeen van de zijde van het openbaar ministerie is aangevoerd rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank de conclusie dat het belang van strafvordering zich in dit geval verzet tegen de beëindiging van het beslag.
De rechtbank overweegt dat de goederen, vermeld in de Kennisgeving van inbeslagneming onder klager in beslag zijn genomen, maar dat daaruit blijkt dat van die goederen geen eigenaar bekend is en ook niet is geworden. Bedoelde goederen zijn inmiddels vernietigd, waartoe de officier van justitie ook gerechtigd was. Klager heeft niet afdoende kunnen aantonen dat deze goederen aan hem toebehoorden. Met betrekking tot de laptop met toebehoren overweegt de rechtbank dat van inbeslagname hiervan geen Kennisgeving van inbeslagneming bestaat en dat heeft klager onvoldoende kunnen aantonen dat deze in beslag is genomen. Het moet er dan ook voor worden gehouden dat dit goed niet in beslag is genomen. Gelet op het vorenstaande zal het klaagschrift ongegrond worden verklaard.”