3.1. Het middel klaagt dat het hof de dagvaarding in hoger beroep ten onrechte niet nietig heeft verklaard, althans dat het hof ten onrechte het onderzoek ter terechtzitting niet heeft geschorst. Aan het middel is ten grondslag gelegd dat de verdachte ten onrechte niet is gedagvaard op zijn bij het instellen van het hoger beroep opgegeven adres.
3.2. De stukken van het geding houden, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende in:
i) De raadsman van de verdachte (mr. Crince Le Roy, advocaat te Amsterdam) heeft door middel van een faxbericht van 27 februari 2016 een schriftelijke bijzondere volmacht zoals bedoeld in art. 450 lid 1 onder a en lid 3 lid Sv verleend om namens de verdachte hoger beroep in te stellen tegen het vonnis d.d. 17 februari 2016. Deze volmacht houdt in dat een afschrift van de dagvaarding kan worden toegezonden naar het woonadres van de verdachte: [a-straat] nr. 30 sector 3 in Boekarest te Roemenië. Vervolgens is op 29 februari 2016 de akte instellen hoger beroep opgemaakt, waaraan een uitdraai van de bijzondere volmacht is gehecht. Deze akte vermeldt als adres van de verdachte: [a-straat] 30 30, Boekarest, Roemenië.
ii) Een akte van uitreiking, gehecht aan de appeldagvaarding, houdt in dat de dagvaarding op 28 september 2016 is uitgereikt aan de griffier van de rechtbank Gelderland, omdat van de geadresseerde geen woon-of verblijfplaats in Nederland bekend is. Verder vermeldt deze akte dat de dagvaarding op 28 september 2016 als gewone brief is verzonden aan het adres [a-straat] 30 te Boekarest, Roemenië.
iii) De aan de appeldagvaarding gehechte ID-staat SKDB d.d. 3 november 2016 houdt in dat de verdachte niet gedetineerd is en dat van hem geen brp-adres beschikbaar is en vermeldt als laatst opgegeven woon- of verblijfplaats van de verdachte [a-straat] 30 te Boekarest, Roemenië, met als datum van registratie 12 december 2015. Deze ID-staat SKDB bevat verder een afbeelding van een op 12 december 2015 gescande identiteitskaart van de verdachte. Deze identiteitskaart vermeldt als adres van de verdachte: “[a-straat] nr.30”.
iv) Een aan de appeldagvaarding gehechte envelop met het opschrift “gerechtelijk schrijven”, met daarin kennelijk de appeldagvaarding die naar het adres [a-straat] 30 te Boekarest, Roemenië, was verzonden, is voorzien van een sticker die inhoudt dat het stuk retour afzender is gezonden met als reden: “Onvolledig/foutief adres en/of postcode”.
3.3. Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 16 november 2016 houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende in:
“De verdachte genaamd: