Het feit levert naar Nederlands recht op:
Oplichting”
3.2. De rechtbank heeft vervolgens de uitlevering toelaatbaar verklaard ter zake van “verdenking van de strafbare feiten als omschreven in het verzoek tot uitlevering d.d. 23 augustus 2016 alsmede in vordering met Lurisnummer [001] ”. Ik merk op dat het zich bij de stukken van het geding bevindende verzoek tot uitlevering is gedateerd 17 februari 2017, zoals ook is vermeld in de aanhef van de uitspraak van de rechtbank, zodat de vermelding van 23 augustus 2016 als datum van het verzoek tot uitlevering mijns inziens een kennelijke misslag betreft.
3.3. Het uitleveringsverzoek verwijst naar de daarbij gevoegde tenlastelegging van 26 mei 2015 van het arrondissementsparket Banja Luka met het nummer T13 1 KT 0001033 09. Deze tenlastelegging houdt als uiteenzetting van de feiten, voor zover hier van belang, het volgende in:
“1. Met het oogmerk op het verkrijgen van wederrechtelijk voordeel en door het geven van een valse voorstelling van feiten op een niet nader te bepalen datum in januari en februari 2008, van de benadeelde [betrokkene 1] uit Prijedor, de moeder van zijn toenmalige echtgenote [betrokkene 2] , eerst een bedrag van 11.000 KM heeft gevraagd en geleend, door te zeggen dat hij dit nodig heeft voor de koop van toestellen voor kansspelen. Daarna heeft hij in dezelfde periode, een paar dagen later om dezelfde reden nog een bedrag van 7.000 KM gevraagd en daarbij uitgelegd dat hij dit nodig heeft omdat zijn pas gekochte toestellen waren gestolen. Om die reden had hij nog 7.000 KM nodig om de toestellen in zijn eigendom terug te krijgen en met deze toestellen aan het werk te gaan. In dezelfde periode heeft hij van dezelfde persoon ook 7.500 KM gekregen met de mededeling dat hij met dat geld haar drie leningen zou afbetalen, wat hij niet heeft gedaan, maar het geld voor zichzelf heeft gehouden. Daarna heeft hij in mei 2008 van dezelfde persoon 1.000 KM genomen, zogenaamd om de rekening voor de verbruikte elektrische energie van het huishouden te betalen, wat hij niet heeft gedaan, maar het geld voor zichzelf heeft gehouden. Op 23-10-2008 heeft hij van [betrokkene 1] nog een bedrag 1.450 KM gekregen, met de belofte en het doel om in “Villa Dragojević’ in de wijk Pašinac, stad Prijedor een herdenkingslunch te betalen voor wijlen [betrokkene 3] , de echtgenoot van [betrokkene 1] , wat hij niet heeft gedaan, maar het geld heeft hij voor zichzelf gehouden en opgemaakt, net als alle voorgaande bedragen. De herdenkingslunch is pas in 2011 betaald door zijn voormalig echtgenote [betrokkene 2] . Op deze wijze heeft hij [betrokkene 1] benadeeld voor een bedrag van 27.950 KM.