“
Door de raadsman is ter terechtzitting verzocht het wederrechtelijk verkregen voordeel vast te stellen op een bedrag van € 2.822,30. Hiertoe heeft de raadsman aangevoerd dat de veroordeelde Engelsen heeft ontmoet die hem vroegen of hij hennep kon regelen. Voor het regelen van die hennep is aan de veroordeelde geld ter beschikking gesteld. Dit geld heeft de veroordeelde omgewisseld. Met dit geld zou de veroordeelde 19 kilo hennep hebben gekocht om deze vervolgens aan de Engelsen door te verkopen. De hennep heeft de veroordeelde voor een totaalbedrag van € 84.550,- ingekocht. Deze partij is later in beslag genomen. Het verschil tussen het omgewisselde geld en de inkoopprijs van de hennep is het daadwerkelijk wederrechtelijk verkregen voordeel.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Bij de bepaling van de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel kunnen slechts de kosten die in directe relatie staan tot het delict gelden als kosten die voor aftrek in aanmerking komen. De wetgever heeft de rechter grote vrijheid gelaten of en zo ja, in welke mate hij rekening wil houden met zodanige kosten.
Uit de bewijsmiddelen in het inmiddels onherroepelijk geworden vonnis in de strafzaak leidt het hof de volgende feiten en omstandigheden af:* de veroordeelde heeft op 2 juli 2013 een bedrag van ongeveer 80.000 Engelse ponden omgewisseld naar € 87.320,-;
* op 11 juli 2013 wordt een man genaamd:[W]
in Gorinchem aangehouden in een auto met daarin drie grote kartonnen dozen en vier witte kartonnen dozen;
* in de grote kartonnen dozen wordt een hoeveelheid van bijna 19 kilogram hennep aangetroffen;
* in de witte dozen wordt een hoeveelheid van 60 kilogram (van een materiaal bevattende) amfetamine aangetroffen.
[W]
heeft verklaard dat:
* hij de dozen met hennep bij de woning van de veroordeelde heeft opgehaald;* een TOMTOM en het briefje met het adres klaar lag;
* de dozen met amfetamine bij de McDonald’s in Nederweert door twee mannen zijn ingeladen;
* hij door de mannen is gebeld met de mededeling dat ze wat kwamen bijbrengen;* de veroordeelde degene is die alles regelt.
De veroordeelde heeft als verdachte (ter terechtzitting van 12 november 2013) verklaard dat het geld voor de drugs vooruit is betaald.
Uit de historische telefoongegevens van de veroordeelde, van W en van […] en de hiervoor genoemde verklaringen heeft de rechtbank in de strafzaak afgeleid dat de zestig kilogram amfetamine was bestemd voor (dezelfde) Engelse afnemers.
Uit de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, in combinatie met hetgeen daarover door de veroordeelde en[W]
is verklaard, is naar het oordeel van het hof onvoldoende aannemelijk gemaakt dat door de veroordeelde ten behoeve van de verkoop van 19 kilo hennep voor een bedrag van € 84.550,- aan kosten zijn gemaakt.
Anders dan de raadsman heeft betoogd volgt naar het oordeel van het hof uit de bewijsmiddelen in het vonnis in de strafzaak tegen de veroordeelde namelijk niet zonder meer dat het door de Engelse afnemers betaalde geld bedoeld was voor de inkoop van de naderhand in beslaggenomen partij hennep. In dat kader hecht het hof eraan op te merken dat samen met die hennep een aanzienlijke hoeveelheid amfetamine werd vervoerd, welke amfetamine naar het (onherroepelijke) oordeel van de rechtbank voor dezelfde Engelse afnemers was bestemd. Het woord "drugs" zoals gebruikt door de verdachte in zijn verklaring op 12 november 2013 kan op zowel de hennep als de amfetamine betrekking hebben gehad.
Daarbij heeft de veroordeelde niet willen verklaren bij wie hij de hennep zou hebben ingekocht of nadere verifieerbare feitelijke informatie gegeven over de inkoop. Nu de inkoop van de hennep ook niet met stukken is onderbouwd, heeft de veroordeelde naar het oordeel van het hof onvoldoende aannemelijk gemaakt dat en voor welk bedrag hij de inbeslaggenomen partij hennep heeft ingekocht. Het hof zal daarom bij de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel geen rekening houden met de door de verdediging aangevoerde kosten.
Dat de veroordeelde, zoals hij ter terechtzitting in hoger beroep heeft gesteld, eigenlijk slechts als tussenpersoon bij de koop van de drugs voor de Engelsen betrokken was, en € 150,-- per kilo zou verdienen c.q. zou hebben verdiend, is evenmin aannemelijk geworden.
Het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt dan ook geschat op € 87.320,00 (zevenentachtigduizend driehonderdtwintig euro).”