ECLI:NL:PHR:2020:303
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in cassatieberoep wegens het niet indienen van middelen
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle, op 20 april 2018 de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 24 september 2013, met parketnummer 05-901110-09. De betrokkene heeft cassatie ingesteld, maar er is geen schriftuur met middelen van cassatie ingediend namens de betrokkene. Dit betekent dat de betrokkene niet binnen de wettelijke termijn door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft laten indienen. Volgens artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering kan de betrokkene hierdoor niet in zijn cassatieberoep worden ontvangen. De conclusie van de procureur-generaal strekt er dan ook toe dat de betrokkene niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn cassatieberoep. Deze zaak heeft samenhang met andere zaken, te weten 18/02351, 18/02352, 18/02519, 18/02973, 18/02977 en 19/02150, waarin ook conclusies zijn getrokken.