ECLI:NL:PHR:2020:912

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
25 augustus 2020
Publicatiedatum
6 oktober 2020
Zaaknummer
19/04474
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende hechtenis en gijzeling in strafzaken

In deze zaak gaat het om de verdachte die is veroordeeld door het gerechtshof Den Haag op 25 september 2019 voor opzetheling en oplichting, beide meermalen gepleegd. De verdachte is niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor de (deel)vrijspraken en is veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf. Daarnaast heeft het hof schadevergoedingsmaatregelen opgelegd, waarbij vervangende hechtenis is bepaald op 82 respectievelijk 85 dagen. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft in zijn conclusie op 25 augustus 2020 aangegeven dat de vervangende hechtenis bij de opgelegde schadevergoedingsmaatregel ter discussie staat. Hij stelt dat, in lijn met eerdere rechtspraak (ECLI:NL:HR:2020:914), in plaats van vervangende hechtenis, gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast. De conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover het gaat om de toepassing van vervangende hechtenis. De Hoge Raad heeft de mogelijkheid om te bepalen dat gijzeling van gelijke duur in de plaats komt van de vervangende hechtenis. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de toepassing van gijzeling in plaats van vervangende hechtenis bij schadevergoedingsmaatregelen verduidelijkt.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL

BIJ DE

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer19/04474
Zitting25 augustus 2020

CONCLUSIE

T.N.B.M. Spronken
In de zaak
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
hierna: de verdachte.
De verdachte is bij arrest van 25 september 2019 door het gerechtshof Den Haag niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de gegeven (deel)vrijspraken en voor 1. “opzetheling, meermalen gepleegd” en 2. “oplichting, meermalen gepleegd” veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf. Voorts heeft het hof beslissingen genomen ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen opgelegd, waarbij de vervangende hechtenis is bepaald op 82 respectievelijk 85 dagen.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte en mrs. J.S. Nan en S.A.H. Vromen, beiden advocaat te 's-Gravenhage, hebben een middel van cassatie voorgesteld.
3. Het middel klaagt over de vervangende hechtenis bij de opgelegde schadevergoedingsmaatregel.
4. Het middel is, gelet op HR 26 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:914, terecht voorgesteld. De Hoge Raad kan bepalen dat in plaats van vervangende hechtenis telkens gijzeling van gelijke duur zal worden toegepast.
5. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
6. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover bij de schadevergoedingsmaatregelen vervangende hechtenis is toegepast en dat de Hoge Raad bepaalt dat telkens gijzeling van gelijke duur zal worden toegepast.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden

AG